Woningaanbod historisch laag in 2021

Het aanbod aan bestaande woningen die te koop staan is historisch laag in 2021. Daardoor hebben huizenkopers steeds minder te kiezen op de woningmarkt. Bij NVM makelaars stonden halverwege het eerste kwartaal maar 17.500 woningen te koop. Volgens de makelaarsorganisatie is dit het laagste aantal woningen dat te koop staat in Nederland sinds 1995. Vanaf 1995 brengt de makelaarsvereniging deze cijfers in kaart. Dat betekent dat het huidige aanbod aan woningen wel eens historisch laag zou kunnen zijn. Door het beperkte woningaanbod hebben huizenzoekers in Nederland gemiddeld de keuze uit twee woningen of minder.

Krapte aan woningen

De krapte in het woningaanbod zorgt voor nog een effect. De woningprijzen stijgen namelijk vrijwel in een rechte lijn door. Het lijkt er daardoor op dat woningen meer waard worden. Dat heeft ook een effect op onroerendezaakbelasting die gemeenten heffen op woningen in hun gemeente. Het lijkt inderdaad dat woningen meer waard worden maar dat is niet juist. Het beperkte aanbod aan woningen is de veroorzaker van de stijgende woningprijs. Als je daarbij ook rekening houdt met de lage hypotheekrente en de grote vraag op de woningmarkt is de ideale mix ontstaan die er voor zorgt dat de woningprijs blijft stijgen. Niet alleen bestaande woningen zijn schaars ook het aanbod aan nieuwe woningen is beperkt. Veel mensen vinden een nieuwe energiezuinige woning interessant. Dat zorgt voor dat de prijzen van nieuwe woningen ook aanzienlijk zijn gestegen.

Woningprijzen

In het eerste kwartaal van 2020 betaalden kopers gemiddeld 400.000 euro voor een nieuwbouwhuis, inmiddels is dat al opgelopen tot 433.000 euro. Bestaande woningen zijn ook duurder geworden. De gemiddelde verkoopprijs van een bestaande woning was in de eerste drie maanden van dit jaar 385.000 euro. Dat bedrag is 15 procent meer dan vorig jaar. In 20 jaar tijd is er niet zo’n grote stijging voorgekomen op de woningmarkt. Met name in het noorden van Nederland zijn de prijzen omhoog gevlogen. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat veel regio’s de afgelopen maanden en jaren al met aanzienlijke stijgingen te maken hebben gehad. Dat zorgt er voor dat bepaalde regio’s die achter zijn gebleven op dit gebied pas later met aanzienlijke stijgingen te maken hebben gekregen.