Werkloosheid in oktober 2014 nauwelijks gedaald

In Nederland is de werkloosheid in de maand oktober van 2014 nauwelijks gedaald. Het aantal werklozen in Nederland is nu ongeveer 627.000, dit is ongeveer 8 procent van de totale beroepsbevolking. Het aantal geregistreerde werklozen nam in oktober af met 1000 personen. De daling in het aantal werklozen verliep aan het begin van 2014 steeds sneller. Echter tegen het einde van het jaar blijkt de daling in het aantal geregistreerde werklozen steeds langzamer te gaan.

De ontwikkelingen in de werkloosheidscijfers zijn enigszins vertekenend. Dit komt doordat de afgelopen jaren verschillende mensen de arbeidsmarkt hebben verlaten zonder dat ze een WW uitkering aan hadden gevraagd. Tegen het einde van 2014 zijn er steeds meer mensen die zich wel op de arbeidsmarkt aanbieden als werkzoekende en zich daarvoor laten registreren. Deze mensen zorgen er echter voor dat de werkloosheid niet daadwerkelijk daalt ondanks het feit dat een toenemend aantal mensen wel betaald werk lijkt te vinden aan het einde van 2014. Volgens het CBS zijn de afgelopen drie maanden gemiddeld 13.000 werkzoekenden per maand de arbeidsmarkt op gekomen. Hierdoor is ook de totale omvang van de werkzame beroepsbevolking toegenomen.

WW-uitkeringen
Het aantal WW-uitkeringen is echter nagenoeg gelijk gebleven in oktober. In totaal hebben in Nederland in de maand oktober ongeveer 419.000 mensen een uitkering. Het valt op dat in de maand oktober meer jongeren een WW-uitkering hebben gekregen dan de maand er voor. Er was sprake van een stijging van 3 procent onder jongeren die een WW-uitkering hebben. Deze stijging komt mede doordat de zomerperiode voorbij is. Daarom zijn veel vakantiebaantjes verdwenen en is seizoenswerk in de landbouwsector en horeca voorbij. De jongeren die veelal in deze sectoren actief zijn kwamen zonder werk te zitten en vroegen een WW-uitkering aan. Naast jongeren vroegen verhoudingsgewijs veel 55-plussers een uitkering aan.

Reactie van Technisch Werken
De werkloosheid neemt in Nederland nog niet enorm af. Dit heeft onder andere te maken met de grote onzekerheid voor bedrijven. De binnenlandse bestedingen blijven achter en de industriële sector maakt een kleine krimp door aan het einde van 2014. Daarnaast zorgen de internationale politieke conflicten voor onzekerheid en onduidelijkheid. De hervormingen van het kabinet met betrekking tot de arbeidsmarkt scheppen ook niet echt veel vertrouwen voor bedrijven in Nederland.

Veel bedrijven weten niet waar ze aan toe zijn en voor personeel is de onduidelijkheid vaak al even groot. Deze onzekerheid zorgt er voor dat zowel bedrijven als consumenten hun investeringen uitstellen. Het beperken van de investeringen zorgt er voor dat de omzet en de marge van bedrijven niet toeneemt. Daardoor hebben bedrijven meestal geen behoefte of financiële mogelijkheden voor extra capaciteit in de vorm van personeel.

De toename in de automatisering in de industrie zorgt er ook voor dat banen verdwijnen. Hierdoor verdwijnen vooral eenvoudige productiefuncties voor laag geschoold personeel. Deze werkzaamheden worden door machines en robots overgenomen. Voor het onderhoud en de assemblage van robots zijn echter technische specialisten nodig. Deze technische specialisten zullen een achtergrond in bijvoorbeeld werktuigbouwkunde, elektronica of mechatronica nodig hebben. Opleidingen die gericht zijn op deze technische deelgebieden worden steeds belangrijker op de arbeidsmarkt. Daarnaast zullen technische bedrijven, uitzendbureaus, detacheringsbureaus en bureaus die gericht zijn op technisch recruitment steeds meer zoeken naar ervaren vakkrachten in de techniek.