De vraag naar technisch personeel op de arbeidsmarkt daalt in april 2020. Het valt op dat bedrijven in verschillende technische sectoren minder behoefte hebben aan extra personeel. Bedrijven die vacatures op dit gebied hebben openstaan worden bovendien kritischer bij het aannemen van personeel als er toch een mogelijkheid bestaat om het personeelsbestand uit te breiden.
De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn door de maatregelen tegen het coronavirus in een negatieve spiraal geraakt. Bedrijven krijgen minder opdrachten binnen van zowel klanten als bedrijven. Door deze terugloop in opdrachten neemt de werkdruk op de werkvloer af. Bij sommige bedrijven in de techniek daalt de werkdruk dusdanig dat personeel niets of bijna niets te doen heeft. Dat is bijvoorbeeld aan de orde bij bedrijven die veel in het klantenwerk en servicewerk zitten. Klanten zeggen opdrachten af omdat ze niet in contact willen komen men mensen in verband met de verspreiding van het coronavirus.
Op de bouw werkt men steeds vaker in ploegen die nauw aan elkaar verbonden zijn. Deze ploegen kunnen niet wisselen en hebben een vast personeelsbestand om verspreiding van het virus te voorkomen. Het aannemen van nieuw personeel moet binnen dit beleid passen. Dat werpt nieuwe vragen op. Veel bedrijven vinden het lastig om nieuwe oplossingen hiervoor te vinden. De toekomst is te onzeker. Daardoor worden vacatures ingetrokken of blijven ze open staan zonder dat er actief naar personeel wordt gezocht.