Voor 2030 worden een miljoen woningen gebouwd in Nederland?

Minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren heeft aangegeven dat er in een periode van elf jaar tijd in Nederland een miljoen extra woningen gebouwd moeten worden. Zij deed deze uitspraak in mei 2018. De ambitie is hoog maar de vraag is of deze wel haalbaar is. Er is nauwelijks nog bouwgrond beschikbaar en de gemeenten krijgen een steeds grotere rol waarop ze in veel gevallen niet berekend zijn. Tot slot is ook de woonbehoefte van de Nederlanders veranderd. Er is meer aandacht voor energieneutrale woningtypen zoals een balanswoning of een passiefhuis. Op dit moment heeft de bouwsector al behoorlijk wat projecten lopen en is de orderportefeuille goed gevuld. De vraag is of er nog meer bijgebouwd kan worden. Een miljoen extra woningen voor 2030 klinkt als een interessante impuls voor de bouwsector, architecten en projectontwikkelaars. Toch zorgt deze ambitie ook voor de nodige bezorgdheid.

Tijdsdruk
Renson van Tilburg van de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA) geeftaan dat er door de beperkte tijd nauwelijks ruimte is voor creativiteit en innovatie. Bovendien is er te weinig budget door het rijk beschikbaar gesteld om de bouwprojecten daadwerkelijk realiseerbaar te maken. Ook Neprom, de belangenvereniging van projectontwikkelaars, is het daar mee eens. Moderne woningen moeten aan andere eisen voldoen dan de meeste woningen die vijf tot tien jaar geleden zijn gebouwd. Woningen moeten energieneutraal zijn maar er is ook sprake van een verandering op demografisch vlak. Er is weinig bouwgrond beschikbaar op de plekken waar de vraag naar woningen het grootste is zoals in Amsterdam en andere grote steden. Deze belemmeringen zijn op dit moment nog niet van oplossingen voorzien.

VCU uitzendbureaus

De bouwsector heeft overigens ook een groot tekort aan personeel. Dat zorgt er voor dat een grotere druk op de bouwproductie praktisch onuitvoerbaar is. Er staan in 2018 al tienduizenden vacatures op in de bouw en de techniek. Door nog meer druk op de bouwsector uit te oefenen zal het aantal vacatures alleen maar toenemen maar zal er in de praktijk niet daadwerkelijk meer worden gebouwd. De capaciteit is er eenvoudigweg niet.
De meeste bouwbedrijven hebben al flexwerkers in dienst van bijvoorbeeld VCU uitzendbureaus om de werkdruk op te vangen. Uitzendkrachten worden steeds vaker structurele krachten in plaats van tijdelijke krachten omdat de drukte in de bouwsector blijft voortzetten. De kans op een vast contract is groter geworden in de bouwsector. Het aantal vacatures dat door uitzendkrachten wordt ingevuld neemt overigens ook toe. De meeste uitzendbureaus in de techniek houden zich namelijk bezig met creatieve wervingsmethoden en hebben vaak een groot netwerk aan werkzoekenden en ander beschikbaar personeel. VCU uitzendbureaus hebben ervaring in het bemiddelen van personeel voor VCA gecertificeerde bedrijven. De meeste bedrijven in de bouw (aannemers en onderaannemers) zijn VCA gecertificeerd en schakelen daarom een VCU uitzendorganisatie in om mee te helpen in de zoektocht naar ervaren en aankomende vakkrachten.

Opleiden van personeel
Steeds meer bouwbedrijven proberen daarom personeel op te leiden met cursussen en trainingen waaronder BBL trajecten. Een BBL opleidingstrajecten kan tegenwoordig ook prima worden ingezet om niet-technisch personeel om te scholen tot technisch personeel en bouwvakkracht. Op die manier hoopt men in de bouw en technieksector het personeelstekort op te vangen. BBL en andere opleidingen zijn echter nog lang niet zo’n effectief middel dat er geheel geen personeelsproblemen meer worden verwacht in de toekomst. Zeker wanneer er nog een miljoen woningen voor 2030 moeten worden gebouwd zal er nog wat moeten gebeuren in de bouwsector op het gebied van inzetten van bouwtechnisch personeel.