Veel jongeren vinden hun eerste baan via een uitzendbureau in 2014

Mirjam Sterk is tot april 2014 ambassadeur aanpak jeugdwerkloosheid. Zij is verantwoordelijk voor de aansturing van verschillende instanties bij de aanpak van jeugdwerkloosheid. Tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer op woensdag 29 oktober 2014 deed ze verslag van haar resultaten. Hierbij benoemde ze dat in toenemend aantal jongeren in Nederland een baan vindt. Ook ten opzichte van de algemene werkloosheid in Nederland gaat het goed met de aanpak van de jeugdwerkloosheid.

Uitzendbureaus hebben een belangrijke rol
Volgens Mirjam Sterk heeft de overheid slechts een beperkte rol bij het ondersteunen van jongeren bij het zoeken naar een eerste baan. De meeste jongeren komen volgens haar vooral aan hun eerste baan via een uitzendbureau. Ook na de eerste arbeidsplaats werken ze veelal op flexibele basis. Jongeren werken meer dan vroeger op basis van een flexibel contract.

Reactie van Technisch Werken
De overheid weet nog niet precies hoe ze jeugdwerkloosheid moet bestrijden. Jeugdwerkloosheid blijft een lastig onderwerp. Dit heeft misschien te maken met het verschil in de belevingswereld tussen de overheid en de jeugd. Veel jongeren zijn nog zoekende over wat ze precies willen in de toekomst. De overheid wil het liefst dan jongeren meteen een baan aannemen voor de rest van hun leven.

Jongeren zitten hier echter niet op te wachten en willen vaak bij verschillende bedrijven ervaring opdoen. De wens om zich te oriënteren komt onder andere aan de orde bij het kiezen van een passende opleiding. Tegenwoordig breken steeds meer jongeren hun opleiding voortijdig af omdat ze een andere voorstelling hadden van de opleiding dan de werkelijkheid.

Dit gedrag komt ook naar voren op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is tegenwoordig zeer divers. Met opleidingen zoals MBO werktuigbouwkunde kunnen leerlingen zeer veel verschillende richtingen op zoals de machinebouw, machineonderhoud, verspaning en zelfs het middenkader in een functie als assistent tekenaar werkvoorbereider.

Jongeren hebben aan een stage te weinig om zich te kunnen oriënteren op al deze verschillende beroepen en beroepsgroepen. Daarom gebruiken ze de praktijk voor deze oriëntatie. Daarvoor zijn uitzendbureaus de ideale oplossing. Dat de overheid dit niet in de gaten heeft blijkt uit de manier waarop ze omgaat met de flexbranche. Het is onlogisch dat de duur dat een uitzendkracht op flexibele basis kan werken bij een bedrijf wordt ingeperkt en dat de uitzendkracht vervolgens een half jaar een andere betrekking moet hebben alvorens hij of zij weer op flexibele basis bij dat bedrijf kan werken.

Met de aanpak van de flexbranche wordt voorbijgegaan aan de wens van veel flexwerkers om op flexibele basis te werken. Regels zoals equal pay oftewel de inlenersbeloning zijn logisch. Door de equal pay regel zullen uitzendbureaus de flexkrachten hetzelfde loon moeten bieden als de werknemers hebben bij het inlenende bedrijf. In de praktijk blijken voor veel specialistische functies de flexwerkers dikwijls beter beloond te worden dan het personeel dat rechtstreeks in dienst is bij de inlener. De overheid lijkt een onduidelijk beeld te hebben van het belang van de flexbranche voor de arbeidsmarkt. Het zou goed zijn als de overheid dit belang zou inzien en uitzendbureaus juist zou betrekken bij het hervormen van de arbeidsmarkt.

Flexibel werken wordt namelijk steeds belangrijker en arbeidscontracten worden steeds korter. Werknemers wisselen steeds vaker van werkgever en in tegenstelling tot vroeger wordt dat ook beter geaccepteerd. De zzp’ers en freelancers zijn bekende voorbeelden van mensen die voor diverse opdrachtgevers werkzaamheden verrichten. De toename in het aantal zzp’ers in Nederland maakt duidelijk hoe de arbeidsmarkt er in de toekomst uit gaat zien. Mensen zoeken steeds vaker zelf opdrachten en projecten en gaan projectmatig te werk. Een uitzendbureau ondersteund in deze behoefte. Daarom vormen uitzendbureaus geen bedreiging op de arbeidsmarkt maar juist een belangrijke speler.