De woningmarkt in 2018 staat onder druk. Vooral het aanbod aan woningen blijft achter ten opzichte van de vraag. Dat zorgt er voor dat de woningmarkt oververhit raakt. Men kan niet zeggen dat het heel goed gaat met de woningmarkt. Er is namelijk nauwelijks doorgroei mogelijk. Doordat er nauwelijks woningen zijn voor starters of kleine gezinnen in grote steden ontstaat er een probleem. Mensen kunnen geen woonruimte meer vinden in de steden en moeten daardoor noodgedwongen rondom de grote steden gaan wonen. Ook daar gaan de prijzen van woningen vanwege de steeds grotere vraag omhoog. In achterstandswijken worden forse bedragen neergelegd voor een eenvoudig appartement.
Voor makelaars is deze situatie op de woningmarkt in 2018 zeker niet ideaal. Ze merken dat er minder woningen verkocht worden vanwege het beperkte aanbod. Mensen hebben in grote steden zoals Haarlem, Utrecht en Amsterdam de keuze uit gemiddeld 1 of 2 woningen terwijl dat normaalgesproken ongeveer een keuze uit zes of zeven woningen zou moeten zijn. In sommige krimpregio’s is er echter wel een keuze uit ongeveer tien woningen volgens een woordvoerder van de NVM. De NVM woordvoerder merkt op dat de krapte op de woningmarkt nog geen gevolgen voor makelaarskantoren. De makelaars doen meer dan alleen woningen verkopen. De makelaars zijn namelijk ook actief in het bemiddelen in huurhuizen en het uitvoeren van taxaties van woningen.