Starters moeten minder strenge leenregels krijgen vanaf 2020 of toch niet?

Voor hypotheeknemers zijn behoorlijk strenge leenregels ingevoerd. Er zijn verschillende voorwaarden waaraan mensen moeten voldoen om een hypotheek te mogen ontvangen. Of van de andere kant bekeken: hypotheekverstrekkers mogen hun geld onder strengere voorwaarden uitlenen. Zo moeten hypotheeknemers een bepaald bedrag aan eigen geld inleggen als ze een hypotheek willen afsluiten. Ook starters moeten een bepaalde som eigen geld meenemen. Dat is nu juist het probleem voor veel starters. Deze groep verkoopt geen eigen huis. Daardoor hebben ze ook niet kunnen profiteren van de stijgende woningprijzen. Daarnaast wonen veel starters in huurwoningen met vaak hoge huurprijzen. Het opbouwen van eigen vermogen oftewel spaargeld is daardoor erg moeilijk. Om die reden zouden starters minder strenge leenregels moeten krijgen.

Dat vind het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Het EIB had voor minder strenge regels gepleit in een artikel in De Telegraaf. Hoewel dit een goed middel lijkt te zijn om de kansen op de woningmarkt voor starters te vergroten is niet iedereen enthousiast. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is tegenstander. Deze belangrijke organisatie vind juist dat mensen niet te veel moeten gaan lenen. Als mensen te veel gaan lenen worden ze namelijk ook kwetsbaarder. Een te hoge schuldenlast is niet goed voor iemand zijn of haar financiële positie. Het bieden van mogelijkheden om starters meer te laten lenen zal bovendien de woningprijs weer verder omhoog laten schieten. Dat is juist een verkeerde ontwikkeling in een markt waarin de woningprijzen al aan de hoge kant zijn. Het echte probleem op de woningmarkt is het tekort aan woningen. Dat zou moeten worden aangepakt. Daarvoor heeft ook de Vereniging Eigen Huis gepleit.