Lodewijk Asscher is de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland. Hij maakt zich hard voor de positie van werknemers op de arbeidsmarkt. In een brief aan de Tweede Kamer maakt hij duidelijk dat de schijnconstructies op de arbeidsmarkt hard worden aangepakt. Het is de bedoeling dat niet alleen werkgevers verantwoordelijk worden gehouden voor het niet betalen van een juist cao loon aan de werknemers. Ook aannemers en opdrachtgevers kunnen in de toekomst aansprakelijk worden gesteld wanneer werknemers niet conform een cao-loon uitbetaald krijgen. Opdrachtgevers kunnen de verantwoordelijkheid hiervoor niet alleen afschuiven op onderaannemers die ze in dienst nemen of uitzendbureaus. De opdrachtgevers worden bij misstanden ook aangepakt evenals de bedrijven die de benadeelde werknemers zelf in dienst hebben.
Wat zijn schijnconstructies precies?
Volgens Lodewijk Asscher zouden opdrachtgevers die weten dat personeel niet voldoende betaald krijgt daarvoor ook medeverantwoordelijk moeten worden gehouden. Hiervoor wil hij een nieuwe wet invoeren. Deze wet moet in 2014 vorm krijgen. Met de nieuwe wet moeten buitenlandse werknemers meer tegen uitbuiting worden beschermd. Een deel van het minimumloon wordt door sommige werkgevers en uitzendbureaus doormiddel van onkostenvergoedingen gecompenseerd. Hierdoor is het loon dat betaald wordt verhoudingsgewijs laag maar krijgt de medewerker netto wel een redelijk salaris. Een medewerker kan bijvoorbeeld een netto salaris krijgen van 600 euro per maand. Daarnaast worden aan de medewerker extra onkosten vergoedingen geboden voor bijvoorbeeld huisvesting, voedsel en reiskosten waardoor het totale nettobedrag per maand voor de medewerker op 1200 kan komen.
Door dit beleid betalen bedrijven minder sociale premies. De overheid loopt hierdoor inkomsten mis. Daarnaast worden werknemers die doormiddel van deze verkeerde constructies aan het werk worden geholpen in feite onderbetaald. Dit zorgt er voor dat deze medewerkers goedkoper zijn dan medewerkers die wel een eerlijk salaris conform de cao krijgen.
Omdat verhoudingsgewijs veel buitenlandse medewerkers doormiddel van schijnconstructies aan het werk worden geholpen kunnen medewerkers met een Nederlands paspoort moeilijk aan het werk komen. Ze worden in feite verdrongen door buitenlandse medewerkers. Hiervoor zijn de buitenlandse medewerkers niet verantwoordelijk. De verantwoordelijkheid voor de schijnconstructies ligt bij malafide uitzendbureaus en opdrachtgevers die deze constructies toelaten. Lodewijk Asscher is wel voor een vrij verkeer van werknemers binnen de landen die onder de Europese Unie vallen. De ongewenste gevolgen hiervan moeten echter wel worden aangepakt volgens hem. De hiervoor genoemde schijnconstructies zijn daar volgens hem een voorbeeld van.
Schijnconstructies in de uitzendbranche
Lodewijk Asscher geeft aan dat de uitzendbranche op dit moment goed word gecontroleerd op het naleven van de wet. Volgens hem maakten verschillende malafide uitzendbureaus gebruik van schijnconstructies. Hierbij werden buitenlandse werknemers tegen een lager loon aan het werk gezet dan Nederlandse werknemers die in dezelfde functie werkten en dezelfde werkzaamheden verrichten. Deze scheefgroei zorgde voor veel onenigheid op de arbeidsmarkt. Een Nederlandse arbeider was voor werkgevers en opdrachtgevers te duur wanneer er ook gekozen kon worden voor een goedkope buitenlandse arbeidskracht. Daarnaast konden bedrijven die gebruik maakten van goedkope, onderbetaalde buitenlandse krachten goedkoper produceren dan hun concurrenten die zich wel aan de wet hielden. De schijnconstructies zorgden er voor dat niet alleen de arbeidsmarkt oneerlijk werd ook de concurrentiestrijd tussen bedrijven zorgde er voor dat veel bedrijven genoodzaakt waren om in deze malafide praktijken mee te gaan.
Reactie van Technisch Werken
Het is voor de arbeidsmarkt en de concurrentie tussen bedrijven uitstekend dat de schijnconstructies worden aangepakt. Dit had eigenlijk al veel eerder en veel intensiever mogen gebeuren. Malafide uitzendbureaus worden eenvoudig opgericht. Ze zetten hun misdadige praktijken voort totdat ze worden betrapt. Dan houden de oprichters zich even rustig en na verloop van tijd richten ze een nieuw uitzendbureau op en gaan ze gewoon verder met de malafide praktijken. De boetes die door de overheid worden opgelegd worden vaak door de malafide eigenaren van deze uitzendbureaus ingecalculeerd. Het kabinet zal in de toekomst naar middelen moeten grijpen waardoor veroordeelde eigenaren niet opnieuw een uitzendbureau kunnen oprichten.
Ook het aanpakken van aannemers en opdrachtgevers is een belangrijke stap die nu eindelijk word gemaakt. Het is belangrijk dat aannemers en opdrachtgevers van te voren weten dat de werknemers die ze inlenen op de juiste manier worden behandelt en beloond. Dit kan niet op goed vertrouwen. De vraag is hoe deze controle geborgd kan worden en kan worden aangetoond aan controlerende instanties zoals de arbeidsinspectie. Lodewijk Asscher zal ook hier een structurele oplossing voor moeten vinden.