De bouw van windmolens staat dikwijls ter discussie. Omwonenden vonde windmolens vaak horizonvervuiling of hebben problemen met het lawaai of de slagschaduw. Een bijzondere klacht is afkomstig van het Nederlands Instituut voor radioastronomie Astron. Dit instituut heeft gedreigd met een schadeclaim van 100 miljoen euro. Deze claim wordt ingediend omdat Astron van mening is dat de bouw van grote windmolens in Oost-Drenthe het wetenschappelijk onderzoek van dit instituut zal gaan verstoren.
De krant Trouw maakte dinsdag 3 mei 2016 bekend dat Astron beweert dat de windmolens van 200 meter hoog voor schadelijke gevolgen zullen hebben voor het wetenschappelijk onderzoek. In totaal zullen 7 windmolens van het windmolenpark te dicht bij het Lofar-netwerk van Astron staan. Dit netwerk zoekt met duizenden gevoelige antennes het heelal af. Het Lofar-netwerk is uniek en behoort tot de grootste radiotelescopen ter wereld.
In totaal worden in de buurt van dit park 50 windmolens geplaatst. Althans dat zijn de plannen. Minister Henk Kamp van Economische Zaken moet in 2016 een beslissing nemen. Afhankelijk van deze beslissing gaat de bouw van het park door of niet. Op verzoek van de Tweede Kamer doet het agentschap Telecom onderzoek naar de mogelijke schadelijke effecten van de windmolens voor de omgeving. Het onderzoek van het agentschap Telecom is nog niet afgerond maakte het Dagblad van het Noorden bekend. Dit dagblad maakte ook bekend dat uit de eerste gesprekken naar voren is gekomen dat verschillende organisaties de bouw van de windmolens en de gevolgen daarvan “desastreus” noemen.
Reactie van Technisch Werken
De claim moet waarschijnlijk als afschrikmiddel werken om de locale en landelijke overheden op andere gedachten te brengen. De omvang van de windmolens is enorm en dat heeft natuurlijk zijn effect op de omgeving waar deze windmolens worden geplaatst. Desondanks heeft minister Kamp ook een klus te klaren. De bouw van windmolens in Nederland gaat veel te langzaam vanwege de weerstand van vooral de lokale bevolking. De lokale bevolking wordt vaak nauwelijks betrokken bij de bouwplannen en daarom is het draagvlak onder hen gering. Dit draagvlak is van reuzegroot belang om de windmolenplannen te laten slagen.