Vorig jaar zijn in Nederland 7.570 starterswoningen gerealiseerd door het ombouwen van utiliteit. Het gaat daarbij om woningen voor starters die zijn aangebracht in grote publieke gebouwen zoals kantoren, zorginstellingen en scholen. Door de verbouwing van deze utiliteit ontstaat nieuwe woonruimte in de vorm van appartementen. Deze appartementen zijn over het algemeen geschikt voor starters en niet voor gezinnen bijvoorbeeld. Een groot deel van deze starterswoningen in utiliteitscomplexen wordt gebouwd in grote drukbevolkte steden waar de beschikbaarheid van woningen heel beperkt is.
Afgelopen vrijdag maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekend dat verreweg het grootste deel van de 7.570 starterswoningen zijn gebouwd in Amsterdam. In totaal hebben in Nederland 1.900 gebouwen een woonbestemming gekregen terwijl deze panden eerder nog een andere functie hadden. Uit onderzoek, dat het CBS op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft uitgevoerd, komt naar voren dat de omgebouwde utiliteit in totaal 8 procent is van het totale aantal woningen dat vorig jaar werd toegevoegd aan de woningvoorraad in Nederland.
Een groot deel van de starterswoningen die door de verbouwing van utiliteitscomplexen werd gerealiseerd zijn kleine huurappartementen. Deze huurappartementen worden over het algemeen bewoond door jongeren en studenten. Ongeveer veertig procent van de nieuwe woningen uit utiliteit is ontstaan uit de verbouwing van voormalige kantoorpanden.