Regering wil nog eens 3 nieuwe windmolenparken laten bouwen voor 2023

Het kabinet heeft de ambitie om meer te investeren in de energietransitie. Dit is onder andere in het Regeerakkoord vastgelegd. Hierin staat dat er in Nederland m eer duurzame energie moet worden opgewekt. Deze groene energie of hernieuwbare energie wordt echter niet alleen op land opgewekt. Ook op zee worden steeds meer windmolenparken gebouwd waarmee duurzame energie kan worden opgewekt. Tussen 2024 en 2030 moet er volgens het Regeerakkoord voor in totaal 7 gigawatt aan duurzame energie worden opgewekt door windparken op.

De regering heeft besloten dat er op nog drie extra gebieden op de Noordzee windparken moeten worden gebouwd. Deze windmolenparken moeten tussen 2023 en 2030 in totaal 6,1 gigawatt aan duurzame elektriciteit gaan opwekken. Twee van de geplande windmolenparken bevinden zich voor de Noord-Hollandse kust. Het derde windmolenpark zal worden gebouwd ten noorden van de Waddeneilanden. In totaal zullen deze windmolenparken tezamen met de andere windparken die nu worden gerealiseerd en al in de Noordzee staan een groot deel van de Nederlandse elektrische energievoorziening voor hun rekening nemen. Het kabinet heeft berekend dat al deze windmolenparken gezamenlijk in 40 procent van het huidig stroomverbruik kunnen voorzien.

Er zullen in totaal tussen de 15 miljard en 20 miljard euro aan investeringen moeten worden gedaan voor de bouw van de windmolenparken. Deze schatting heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gedaan. De bouw van windmolenparken zou daarnaast ook een impuls geven voor de werkgelegenheid. Er zouden tienduizend banen ontstaan door de projecten. Deze banen houden verband met de bouw en aanleg van de windmolenparken maar ook met het onderhoud en de ingebruikname daarvan. Tussen 2024 en 2030 moet er in totaal voor 7 gigawatt aan energie door windparken op zee worden geproduceerd. Volgens minister Eric Wiebes moet over de laatste 0,9 gigawatt later en besluit genomen worden. Dit schrijft de minister aan de Tweede Kamer.