Praktijklessen in de vorm van een meester-gezel-model keren terug

De praktijkkennis van technisch personeel is belangrijk. De afgelopen jaren is vanuit het bedrijfsleven regelmatig de vraag naar voren gekomen of leerlingen nog meer praktijkles kunnen krijgen op de opleiding. Hierdoor kunnen leerlingen beter instromen in een technisch beroep op de arbeidsmarkt. Alleen theorielessen zijn niet voldoende om leerlingen voor te bereiden op een technisch beroep.

Het middelbaar beroepsonderwijs in Nederland probeert op verschillende manieren aan de wensen van het bedrijfsleven tegemoet te komen. Dit is belangrijk voor de kwaliteit van de opleidingen en de opleidingsinstituten. Een toenemend aantal mbo opleidingen kiest er voor om praktijklessen volgens de “meester-gezel-model” vorm te geven. Minister Bussemaker beschouwt deze methode als probaat middel om de praktijkkennis voor leerlingen te vergroten. Daarom wil ze de invoering van ‘meester-gezel methode’ stimuleren. Hierdoor zullen in de toekomst steeds meer leerlingen met de ‘meester-gezel methode’ werken op de opleiding.

Wat is het ‘meester-gezel-model’?
Het ‘meester-gezel methode’ is een methode die vroeger in de Middeleeuwen werd toegepast in de Gildes. De Gildes vormden een belangrijke invloedrijke groep vakmensen van een bewoond gebied. Leerlingen konden als gezel bij een meester een vak leren. De meester leerde de gezel alle aspecten die bij de uitoefening van het beroep aan de orde komen. Leermeesters zorgden er voor dat de kennis van de techniek werd overgedragen.

Minister Bussemaker benadrukt dat vakmensen belangrijk zijn voor Nederland. Zij wil er voor zorgen dat meer vakmensen een meestertitel kunnen behalen. Door de meestertitel wordt vakmanschap zichtbaar. Daarnaast kunnen jonge vakmensen met een mbo-diploma doorgroeien naar de meestertitel. Dit biedt gunstige loopbaanperspectieven.

Voor en nadelen ‘meester-gezel-model’
In de Middeleeuwen waren verschillende Gildes actief in Nederland. Binnen de Gildes waren strenge regels met betrekking tot de uitoefening van een bepaald beroep en de prijzen die voor vakmanschap gerekend werden. De prijzen voor zowel producten als diensten waren behoorlijk afgebakend. Daarnaast werden de gebruikelijke technieken gehanteerd. De oude ervaren leermeesters waren de baas in de gildehiërarchie. Dit zorgde er voor dat de kennis met betrekking tot het vakmanschap behouden bleef en goed werd overgedragen. Een nadeel was echter dat er weinig nieuwe technieken werden ingevoerd in de gildes. Afwijkende producten en diensten werden namelijk niet of nauwelijks geaccepteerd. De ruimte voor innovatie was daardoor gering.

Opleidingen met het ‘meester-gezel-model’
Tegenwoordig wordt het ‘meester-gezel-model’ niet alleen toegepast bij de traditionele technische beroepen. Ook studenten met een media-opleiding kunnen doormiddel van dit model praktijkkennis ontwikkelen. Daarnaast wordt het model binnenkort ook gebruikt voor leerlingen die worden opgeleid tot gameontwikkelaars. Hierdoor hopen opleidingsinstituten ook bij minder technische beroepen de aandacht te richten op de ontwikkelingen van vaardigheden en talenten.

Reactie van Technisch Werken
Het is goed dat opleidingsinstituten de nadruk leggen op praktische vaardigheden. Vooral middelbare beroepsopleidingen zijn de afgelopen jaren te theoretisch geworden. De ongenoegens van het bedrijfsleven over de theoretisering van deze opleidingen worden nu omgezet in concrete oplossingen. Daarbij moet men echter wel de ervaringen uit de middeleeuwen niet vergeten. Er moet aandacht komen voor innovatie en vernieuwing. Oude leermeesters hebben deze nieuwe kennis meestal niet. Daarom moeten ook leermeesters voortdurend bijgeschoold worden zodat ze op de hoogte zijn en blijven van nieuwe technieken.