Omzet in de bouw daalt in derde kwartaal 2014 maar de bouwsector houdt vertrouwen

In het derde kwartaal van 2014 is de omzet in de bouwsector gedaald ten opzichte van de cijfers van hetzelfde kwartaal van 2013. De daling komt uit op 1,5 procent. Dit bericht werd bekend gemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Volgens dit bureau is dit het tweede kwartaal dat de omzet in de bouwsector daalt. De daling van de omzet in de bouwsector is voor een belangrijk deel te wijten aan het feit dat het slechter gaat met de bouwbedrijven die zich richten op utiliteit en woningbouw. In die sector daalde de inkomsten in totaal met gemiddeld 4 procent.

De bouwsector houdt vertrouwen
Het vertrouwen in de bouwsector neemt ondanks de daling in de omzet toe. Volgens het CBS is het vertrouwen in deze sector op het hoogste niveau sinds het jaar 2009. Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt dit vertrouwen en is positief over de toekomst voor de bouwsector in Nederland. Een positieve indicator is dat de totale waarde van verleende bouwvergunningen voor woningen is gestegen in de eerste negen maanden van 2014. Deze stijging kwam uit op ongeveer 35 procent.

Economisch Instituut voor de Bouw (EIB)
Vanaf 2015 zal de bouwsector volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) weer gaan groeien. Dit instituut verwacht dat in de periode 2015 tot en met 2019 een groei zal worden gerealiseerd van gemiddeld 4 procent per jaar.

Reactie van Technisch Werken
Na de bouwvak in 2014 daalde de omzet in de bouwsector. Na een aantal maanden van groei zwakte de groei in de bouwsector af. Het consumentenvertrouwen en de investeringsbereidheid van banken is nog niet structureel op een voldoende hoog niveau om het herstel van de bouwsector door te laten zetten. De politiek speelt hier een belangrijke rol in. Het kabinet zou er goed aan doen om de mogelijkheden voor consumenten om een woning te kopen te herzien. Met name starters moeten meer worden ondersteund.

De ontwikkelingen in de woningbouw zijn echter ook sterk gekoppeld aan de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Met de wet werk en zekerheid probeert het kabinet de positie van flexwerkers te verstevigen door onder andere equal pay in te voeren en werkgevers te verplichten om werknemers na 24 maanden een vast contract aan te bieden bij een voortzetting van het dienstverband.

Door equal pay tracht het kabinet het inkomen van flexwerkers te verhogen waardoor hun koopkracht verbetert en door de werkgever te verplichten om eerder een vast contract aan werknemers te verstrekken hoopt het kabinet dat meer werknemers sneller een vast contract krijgen. Daardoor kunnen werknemers bij banken en andere hypotheekverstrekkers betere afspraken maken over een hypotheek. Deze ontwikkelingen kunnen er voor zorgen dat werknemers sneller een huis kunnen komen waardoor de woningbouw zal aantrekken.

Dit klinkt allemaal heel mooi maar het is nog maar afwachten of dit echt zo gaat werken in de praktijk. Met name op het gebied van equal pay zal veel controle moeten worden uitgevoerd op uitzendbureaus en andere arbeidsbemiddelaars die flexkrachten onder brengen bij opdrachtgevers. Als de bouwsector daarnaast niet voldoende aantrekt zullen daar weinig vast contracten worden aangeboden aan werknemers. Deze zullen dan na twee jaar dienstverband op straat komen te staan. In andere sectoren waar het economische herstel moeizaam verloopt zal het zelfde beleid worden gehanteerd. Hierdoor wordt het er voor de werknemers niet veel beter op.