Nul-op-de-meterwoningen te duur voor woningcorporaties in 2019

Een Nul-op-de-Meter woning wordt ook wel aangeduid met NOM. Bij een Nul-op-de-Meter woning gaat men uit van een optimale balans tussen het totale energieverbruik van een woning, dit is gebouwgebonden plus gebruikersgebonden energieverbruik, min de opbrengst van lokale duurzame energiebronnen. Bij het bepalen van de opbrengst van de lokale duurzame energiebronnen gaat men uit van de standaard klimaatcondities die van toepassing zijn in Nederland. Verder gaat men bij het bepalen van het energieverbruik in deze rekening uit van het gemiddeld gebruik van de woning door de bewoners zoals deze is vastgelegd in Nederlandse normen.

Nul-op-de-Meter een balanswoning
Een Nul-op-de-Meterwoning heeft een optimale balans tussen energieverbruik en de lokale opbrengst van duurzame energie. In feite zou je een Nul-op-de-Meter woning een balanswoning kunnen noemen. Dat betekent dat gemiddeld het totale energieverbruik op nul zal terechtkomen. Daarbij wordt gekeken naar alle energieverbruiken die op de energiemeter(s) in de woning aanwezig zijn. Tot zover de algemene informatie over Nul-op-de-Meterwoningen. Voor woningbouwcorporaties worden Nul-op-op-de-Meter woningen een belangrijke doelstelling in de energietransitie van de woningbouw. Alleen is het voor veel Nederlandse woningcorporaties bijna onbetaalbaar om al de woningen waarvoor ze verantwoordelijk zijn om te bouwen naar een Nul-op-de-Meter woning.

Geen Nul-op-de-Meterwoning maar een Energielabel B
Dat heeft ook adviesbureau Finance Ideas geconcludeerd op basis van een onderzoek. Dit onderzoek werd gehouden onder zeshonderd woningcorporatiebestuurders. Veel van de ondervraagde woningbouwcorporatiebestuurders hebben daarom geen Nul-op-de-Meter woning als doelstelling maar een woning met energielabel B. Het verduurzamen van woningen totdat ze op een energielabel B terecht zijn gekomen is minder duur. Het verduurzamen van woningen is voor woningcorporaties in Nederland geen eenvoudige kwestie. Een groot deel van de woningen van woningcorporaties moet beter worden geïsoleerd. Daarnaast zijn veel woningcorporaties ook van plan om meer zonnepanelen te plaatsen op de daken van huurwoningen.

Nog geen waterstofketel

Ongeveer 44 procent van de respondenten heeft aangegeven dat ze met energiezuinige cv-ketels het gasverbruik van woningen willen terugdringen. Misschien moeten woningen in de toekomst worden voorzien van een waterstofketel als alle woningen van het aardgas af gaan. Zo ver is het echter nog niet. Daarom wordt nog niet op grote schaal gedacht aan een waterstofketel en blijft men nog wel bij de aardgasgestookte cv-ketel. Ook aan warmtenetten en warmtepompen wordt nog nauwelijks gedacht.