De energietransitie die in Nederland aan de gang is zorgt er voor dat we afhankelijker worden van het weer en dus ook de weersvoorspellingen. Als er weinig wind is kan dat een aanzienlijke reductie betekenen van de opbrengst van de windmolenparken. Hoe minder wind hoe minder elektrische energie kan worden opgewekt met windturbines.
Zonnepanelen en windturbines
Ook een gebrek aan zonlicht heeft een effect op de energievoorziening. Dan zetten zonnepanelen minder zonlicht om in elektriciteit. Omdat Nederland in de toekomst nog meer elektriciteit wil gaan halen uit zonnepanelen en windturbines zal de Nederlandse energievoorziening vanaf 2018 nog afhankelijker worden van het weer.
Weersvoorspellingen
Energieleveranciers kijken naar de weersvoorspellingen. De voorspellingen die worden gedaan met betrekking tot het weer vormen belangrijke data voor de algoritmes die worden gebruikt op de elektriciteitsmarkt met betrekking tot de vraag en aanbod van elektriciteit. Er wordt gehandeld in elektriciteit en duurzame energie. Op een elektriciteitsbeurs wordt de waarde van elektrische stroom bepaald. Dit wordt gedaan door energieproducenten, energiebedrijven, energiehandelaren en banken.
Day-ahead en kwartiermarkt voor elektriciteit
Daarbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de zogenaamde ‘day ahead’-markt van de Amsterdam Power Exchange. Deze markt wordt als redelijk nauwkeurig beschouwd. Zoals de naam al doet vermoeden gaat men uit van de weersvoorspelling een dag van te voren. Op de dag zelf kunnen er echter ook nog wijzigingen plaatsvinden. Dit gebeurd op de zogenaamde kwartiermarkt voor elektriciteit.
Voldoende capaciteit
Toch is er in Nederland voldoende capaciteit om de elektriciteitsvoorziening te garanderen. Er zijn voldoende kolencentrales en gascentrales. Deze elektriciteitscentrales draaien echter minder vaak en minder hard. Dat zorgt er voor dat er steeds meer elektrische energie wordt gehaald uit windmolenparken. Als deze onvoldoende energie produceren bestaat de kans op een zogenaamde ‘black-out’. Dat betekend dat er voor een korte periode te weinig elektrische energie beschikbaar is om aan de behoefte aan elektrische energie te voldoen.