De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal met 1,7 procent gekrompen in vergelijking tot het laatste kwartaal van 2019. Dit is vrijdag 15 mei 2020 naar voren gekomen uit de eerste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het statistiekbureau geeft aan dat het hierbij ging om de grootste krimp van de Nederlandse economie na de economische crisis die in 2009 plaatsvond. De economische krimp in het eerste kwartaal van 2020 maakt abrupt een einde aan 23 kwartalen van economische groei in Nederland. Die periode van economische groei was dus bijna zes jaar.
Volgens het CBS heeft de daling in economische groei vooral te maken met een terugloop in uitgaven van consumenten. Veel inwoners van Nederland hebben in de eerste drie maanden van 2020 minder geld uitgegeven. Gemiddeld was de daling in uitgaven 2,7 procent ten opzichte van het voorafgaande kwartaal. Dit is sinds 1987 de grootste daling. In 1987 werd de eerste meting gedaan op dit gebied door het CBS. Het maakt duidelijk dat de gevolgen van de COVID-19-uitbraak een duidelijk effect hebben op de uitgaven van consumenten en de economie. In de eerste twee maanden van dit jaar was er nog sprake van een economische groei.
Dat bleek ook uit de uitgaven van huishoudens in januari en februari. Deze uitgaven groeiden namelijk nog ten opzichte van het einde van 2019. Er was dus ook sprake van een economische groei in Nederland. Het virus heeft een grote weerslag gehad op de economie en de koopbereidheid van consumenten maar ook de investeringsbereidheid van bedrijven.