Ten opzichte van andere Europese landen loopt Nederland aanzienlijk achter op het gebied van het opwekken van duurzame energie. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is er geen enkel land in Europa dat zo ver verwijderd is van het behalen van doelstellingen voor het opwekken van duurzame energie als Nederland. Tot deze conclusie komt het CBS na een vergelijkend onderzoek tussen Nederland en de andere lidstaten van de EU op het gebied van duurzame energie.
Uit dit onderzoek kwam naar voren dat in Nederland in 2017 slechts 6,6 procent van alle energie uit een hernieuwbare energiebron afkomstig was. De conclusies van het CBS zijn weergegeven in een rapport. Uit het rapport komt naar voren dat Nederland sterk afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Dat is niet wat men voor ogen heeft met betrekking tot de doelstellingen op het gebied van energievoorziening. Er moet meer energie worden gehaald uit hernieuwbare energiebronnen. Binnen Europa doet alleen Luxemburg het nog slechter op dit gebied. Dit land haalde 6,4 procent van haar energie uit hernieuwbare energiebronnen.
Dit land heeft echter lagere doelstellingen vanuit de EU gekregen op het gebied van hernieuwbare energie. Nederland moet nog een forse inhaalslag maken. In 2020 moet in Nederland 14 procent van alle energie die wordt opgewekt uit een hernieuwbare energiebron afkomstig zijn. Er zijn verschillende hernieuwbare energiebronnen zoals windkracht, aardwarmte en zonlicht. Ook biomassa voor bijvoorbeeld vergistingsinstallaties wordt tot de hernieuwbare energiebronnen gerekend. Voor het opwekken van energie uit deze energiebronnen zijn echter specifieke technische installaties nodig zoals zonnepanelen, windmolens en warmtepompen.