Meer geld voor beter aansluiting mbo op arbeidsmarkt in 2016

Vanuit het bedrijfsleven is regelmatig de klacht geuit dat mbo-opleidingen niet goed aansluiten bij de praktijk. Leerlingen (ook wel deelnemers genoemd) die een mbo-opleiding hebben afgerond kunnen bij veel bedrijven in de praktijk nauwelijks zelfstandig werken wegens gebrek aan praktijkervaring en praktische kennis. Dit is onder andere het geval bij technische beroepen. Het is daarom van groot belang dat mbo-opleidingen worden hervormd. De inhoud van deze opleidingen moet beter aansluiten op de werkzaamheden en de beroepscultuur die leerlingen kunnen verwachten in de praktijk bij een toekomstige werkgever.

Onderwijsminister Jet Bussemaker neemt de berichten uit het bedrijfsleven serieus. Daarom heeft ze maandag 23 mei 2016 een aantal initiatieven voor het verbeteren van mbo-opleidingen aangewezen. Het gaat om 17 initiatieven die van de minister geld krijgen om daadwerkelijk het niveau van mbo-opleidingen te verbeteren. In totaal wordt 43,5 miljoen euro beschikbaar gesteld om de doelstelling van een betere aansluiting van mbo op het bedrijfsleven te verwezenlijken. Dit geld is afkomstig uit het regionaal investeringsfonds.

Waar wordt het geld aan besteed?
Het budget dat door de onderwijsminister beschikbaar is gesteld moet worden besteed aan de mogelijkheid voor studenten om tijdens hun studie te werken met specifieke technieken en methoden die ze in de praktijk ook kunnen verwachten als ze gaan werken bij een werkgever in hun beroepsgroep. Door deze mogelijkheid zijn ze  na hun examen beter voorbereid op de praktijk.

Naast een aantal projecten op het gebied van zorg en welzijn heeft de minister ook een aantal techniekprojecten aangewezen. Deze projecten zijn verspreid over het hele land zodat het mbo overal wat beter op de praktijk kan aansluiten.

De minister benoemde als voorbeeld de robotisering van verschillende werkzaamheden die als kans kunnen worden beschouwd voor mbo-ers. Volgens haar moeten de mbo-opleidingen vernieuwend zijn. De minister is overtuigd van de bijdrage die de aangewezen projecten zullen leveren voor deze vernieuwing op het mbo. Van het totale budget van 43,5 miljoen euro is 14,5 miljoen beschikbaar gesteld door de minister. Het overige deel is beschikbaar gesteld door het regionale bedrijfsleven en de regionale overheid.

Reactie van Technisch Werken
Het is altijd weer verbluffend om te merken hoe laat de opleidingsinstituten reageren op ontwikkelingen in de praktijk. Veel opleidingsinstituten zijn gericht op het verstekken van theorie. Dat is jammer want theorie vormt slechts een deel van de informatie die werknemers in de praktijk nodig hebben. Vooral werknemers met een lagere of middelbare opleiding moeten in de praktijk vaardigheden gebruiken om hun werkzaamheden goed uit te kunnen voeren. Deze technische vaardigheden moet je leren door herhaling. Iemand kan nog zo goed weten hoe hij of zij in de theorie een las moet leggen, de praktijk zal leren of iemand het echt kan. Lassen leer je pas door regelmatig een las te maken.

Dat klinkt logisch maar toch wordt er weinig aandacht besteed aan het leren van (technische) vaardigheden. Verspanen, constructiebankwerken, timmeren, metselen, pijpfitten, polijsten enzovoort zijn allemaal technische vaardigheden die je leert door te doen. Vroeger wist men die tal toen men de Lagere Technische Scholen (LTS) in Nederland had voorzien van gedegen praktijklokalen. Daar leerden de leerlingen een technisch vak. Meestal was de leerkracht die les gaf zelf ook afkomstig uit de praktijk. Leerlingen leerden daardoor praktisch inzicht en dat is noodzakelijk voor werken in de techniek.

Technische ruimtes, of praktijkruimtes kosten echter geld. Door een ruimte vol met machines en werkbanken te zetten kan men minder leerlingen in één ruimte plaatsen en zal men bovendien intensiever moeten begeleiden. Daarnaast vereist het les geven in techniek ook specifieke technische vaardigheden en kennis van de leerkracht. Theorie is in die zin makkelijker over te brengen in een theorielokaal. Dit zal de reden zijn waarom veel mbo-opleidingen vertheoretiseerd zijn.