Mbo-leerlingen vinden moeilijk stageplek in 2014

De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) heeft een monitor gehouden onder leerlingen van het mbo. Deze monitor is een tweejaarlijkse enquête waarin onder andere op het onderwerp stage wordt ingegaan. Aan het onderzoek namen 255.000 leerlingen deel. Uit de monitor van JOB komt onder andere naar voren dat mbo-leerlingen het moeilijk vinden om een stageplek te vinden voor een vervolgopleiding. De leerlingen willen meer begeleiding bij het zoeken naar een geschikte stageplek. Daarnaast zijn er nog een aantal aspecten van hun opleiding en opleidingsinstituut die veel leerlingen onder de maat vinden.

Studiekeuzebegeleiding
Minder dan de helft van de benaderde leerlingen is positief over de begeleiding die ze krijgen bij de beroepskeuze of de keuze voor een vervolgstudie. Van de leerlingen geeft zelfs 21 procent aan dat ze zeer negatief zijn over de begeleiding die ze op het gebied van studiekeuze krijgen. Michiel Steegers de voorzitter van JOB gaf naar aanleiding van het onderzoek aan dat twintig procent van de leerlingen zegt dat ze geen vervolgopleiding doen omdat er te weinig informatie wordt verstrekt over de opleidingsmogelijkheden. Met name leerlingen uit het derde jaar van mbo zijn ontevreden over hun begeleiding. Michiel Steegers van JOB gaf aan dat deze groep juist goede informatie moet hebben over hun loopbaanmogelijkheden en studiekeuze omdat in dat jaar en vlak daarna de vervolgkeuze wordt gemaakt door de leerling,.

Inspraak van mbo-leerlingen
Uit het onderzoek van JOB komt verder naar voren dat veel mbo-leerlingen vinden dat ze niet of nauwelijks inspraak hebben op hun school. Sinds vier jaar is inspraak voor leerlingen op mbo-instituten verplicht. Inspraak wordt onder andere geregeld door een leerlingenraad. In totaal namen 68 mbo-scholen deel aan het onderzoek van JOB. Hiervan hadden slechts 10 scholen een leerlingenraad die effectief werd benut.

Cijfer voor mbo-opleidingen
De bovengenoemde aandachtspunten voor mbo-opleidingen en mbo-scholen zijn voor leerlingen erg belangrijk. Toch zijn leerlingen op mbo-opleidingen over het algemeen positief over hun school en opleiding. Mbo-opleidingen krijgen gemiddeld een rapportcijfer 7. Twee jaar geleden was het gemiddelde rapportcijfer nog een 6,5.

Reactie van Technisch Werken
Het kennisniveau van de Nederlandse werknemers moet omhoog. Dit is noodzakelijk voor de concurrentiepositie van Nederland in de wereldeconomie. Economie draait steeds meer om kennis, het woord kenniseconomie wordt daarom veel in vakbladen en nieuwsberichten gebruikt. Werknemers in Nederland zullen regelmatig nieuwe informatie moeten opnemen en toepassen. Daarvoor is een belangrijke basis nodig. Deze basis wordt aangeleerd op een opleiding.

Een mbo-opleiding is belangrijk voor de toekomst van leerlingen. Deze opleidingen dienen over voldoende kwaliteit te beschikken en daarnaast dienen de opleidingen de leerlingen op het gewenste kennisniveau te brengen. Dit kennisniveau dient te worden afgestemd met de praktijk en het bedrijfsleven. Uiteraard is een goede stageplaats daarbij van groot belang. Vooral voor technische mbo-opleidingen is een stageplek de ideale plaats om de technische theorie toe te passen in de praktijk. Hoe beter de mbo-leerling wordt begeleid hoe beter zijn beroepskennis wordt.

Doorleren na een mbo-opleiding moet worden aangemoedigd. Er zijn echter zoveel verschillenden opleidingsmogelijkheden dat leerlingen begeleid moeten worden bij hun studiekeuze. Hierbij dienen de wensen van de leerling te worden afgestemd op de mogelijkheden in de praktijk en bij het bedrijfsleven. De tijd voor ‘pret’-opleidingen is voorbij. Opleidingen moeten vooral ‘nut’ en een toegevoegde waarde hebben voor de leerling en de potentiële werkgevers in de toekomst. Er zijn in Nederland veel te veel opleidingen. Het bieden van transparantie zou al een belangrijke basis kunnen vormen voor het loopbaanbeleid en studiekeuzebeleid van veel scholen.