Het gaat niet goed met de woningmarkt. De woningmarkt wordt steeds ongezonder. De krapte aan beschikbare koopwoningen heeft er voor gezorgd dat de prijzen van koopwoningen zijn gestegen. Niet alleen woningkopers merken de problemen op de woningmarkt, ook huurders merken dat de woningmarkt niet gezond is. Het beperkte aanbod aan huurwoningen heeft namelijk ook gezorgd voor een stijgende huurprijs. Daarnaast is er sprake van vaak lange wachttijden. Huurders zijn een steeds groter deel van hun inkomsten kwijt aan het betalen van de huur en andere woonlasten. Volgens de Woonbond is dit het gevolg van het beleid dat is ingevoerd tijdens drie kabinetten van Rutte. De Woonbond is een belangenvereniging voor huurders.
Deze organisatie analyseerde de ontwikkelingen op de markt voor huurwoningen in de afgelopen jaren. Het beeld dat daaruit naar voren komt is niet bepaald gunstig. Zo zijn de huurprijzen voor huurwoningen de afgelopen jaren gemiddeld genomen met ongeveer 35 procent toegenomen. Het besteedbare inkomen van veel huurders bleef echter in die periode gelijk. Twee jaar gelden waren huurders ongeveer 38,1 procent van hun inkomen kwijt aan woonlasten. Dat was in 2013 nog ongeveer 33,8 procent. Verder liep ook de wachttijd verder op. Met name in de grote steden van Nederland is de wachttijd op een huurwoning toegenomen. In de vier grote huurregio’s is de wachttijd op een huurwoning in de afgelopen vier jaar tussen de 1 en de 2,6 jaar langer geworden.