Lagere inkomens moeten meer gebruik maken van kinderopvang in 2016

Minister Lodewijk Asscher van Sociale bZaken had zijn ministerie opdracht gegeven om onderzoek te doen naar het gebruik van kinderopvang in Nederland. Vrijdag 11 december werden de uitkomsten van het onderzoek bekend gemaakt. Een opmerkelijke uitkomst is het feit dat gezinnen met lagere inkomens minder gebruik maken van konderopvang dan kinderen met hoge inkomens en middenklassen.

Gebruik van kinderopvang inkomensafhankelijk? 

Het gebruik van kinderopvang lijkt door de uitkomsten van het onderzoek gebonden aan de hoogte van het salaris van de kostwinnaar(s). Dat vind de minister vreemd. Hij wil dat er meer onderzoek gedaan wordt naar de oorzaken van dit verschil. Hij benoemde daarbij dat iedereen in Nederland gebruik moet kunnen maken van kinderopvang. Volgens de minister moeten beide partners de mogelijkheid hebben om te kunnen werken.

Kinderopvang in 2016 gunstiger voor lage inkomens

Ondanks de zorgelijke uitslag benoemde de minister dat 2016 gunstiger is voor lagere inkomens als men kijkt naar de kosten van kinderopvang. De eigen bijdrage voor lagere inkomens is voor de kinderopvang gedaald van 64 cent naar 50 cent per uur. Vanuit de kant van de tegemoetkoming in de kosten geeft de minister aan dat hij alles heeft gedaan wat hij kon.

Reactie van Technisch Werken

Voor veel mensen is kinderopvang een nuttig middel om hun kinderen een veilige plek te geven terwijl men zelf met een gerust hart naar het werk gaat. Wat in het nieuwsbericht niet wordt benoemd is dat met name in lage functies veel werknemers zijn ontslagen in de crisistijd.  Deze tijd duurde voor veel laag opgeleide werkzoekenden door tot 2015.

Als men werkloos thuis zit telt elke euro. Het is daarom niet verwonderlijk dat veel werklozen hebben besloten om zelf op de kinderen te passen. De werkloosheid onder lagere inkomens is het probleem. Onder die bevolkingsgroepen ontstaat nu een zekere maatschappelijke onrust. De verregaande automatisering zorgt bij veel productiekrachten en operators voor zorgen. De minister zal eerst de arbeidsmarkt moeten verbeteren voordat hij naar de kinderopvang kijkt. De kinderopvang is een gevolg en niet de oorzaak.

Bovendien pakt de Wet Werk en Zekerheid juist voor laag opgeleide werknemers bijzonder ongunstig uit. Uit een onderzoek van de vereniging van arbeidsrechters VAAN komt dat ook naar voren. Van de laag opgeleide werknemers wordt het contract vaak na 23 maanden niet verlengd. Zo ontlopen de werkgevers de transitievergoeding en hoeven ze ook geen vast contract te verstrekken.  De laag opgeleide werknemers worden door de Wet Werk en Zekerheid hard getroffen. Daar mag Lodewijk Asscher eerst wel eens naar kijken.