Lage inkomens gaan er meer op achteruit door klimaatbeleid dan andere inkomensgroepen in 2030

De komende jaren moet er in Nederland heel veel gebeuren op het gebied van de energietransitie. Dat betekent vooral dat bedrijven en huishoudens meer moeten gaan investeren in isolatie en het winnen van duurzame elektriciteit uit bijvoorbeeld zonnepanelen. Vooral de lagere inkomens in Nederland zouden het klimaatbeleid duidelijk gaan merken in hun financiële begroting. De lagere inkomens gaan er meer op achteruit in 2030 dan andere inkomensgroepen in Nederland. Dit heeft het Centraal Planbureau (CPB) bekend gemaakt. Tot 2030 zijn er echter nog vele jaren te gaan. Als men bijvoorbeeld naar 2021 kijkt dan zouden juist de hogere inkomens het klimaatbeleid financieel meer gaan merken ten opzichte van de lagere inkomens. Het Centraal Planbureau merkt wel op dat er meer factoren een rol spelen.

Zo is het effect van het klimaatbeleid ook afhankelijk van het soort auto en het energieverbruik van bijvoorbeeld de woning waarin men woont. Het CPB heeft in een rapport de effecten van het klimaatbeleid doorgerekend. Volgens het CPB drukt de lastenverzwaring van het totale pakket aan maatregelen met een half procent op het bruto binnenlands product (bbp). Door het klimaatakkoord en de veranderingen die hieruit voortvloeien verwacht het CPB wel dat de CO2-uitstoot tegen 2030 flink lager is geworden. Wel nemen de totale klimaatlasten vooral voor gezinnen en bedrijven toe, met 4,6 miljard euro. Verder gaan de overheidsuitgaven met 3,9 miljard euro omhoog. Een groot deel van lastenverzwaring vloeit voort uit een hoger tarief op gas. Ook is er sprake van hogere tarieven voor het opslaan van duurzame energie voor bedrijven. Elektriciteit wordt in de toekomst juist goedkoper.