Kamer boos over exportcontracten Gronings gas

De Tweede Kamer is het niet eens met de langlopende exportcontracten die Nederland heeft gesloten met landen als Duitsland, België, Frankrijk en Italië over de export van Gronings gas. Nederland is door de exportcontracten verplicht om een deel van het gas dat gewonnen wordt uit de bodem van Groningen aan deze landen te leveren. Door deze contracten zal het nog jaren duren voordat Nederland van die contracten af is. De contracten zorgen er tevens voor dat de  gasproductie niet verder kan verlagen in Groningen.

Minister Henk Kamp van Economische Zaken gaf dinsdag 26 januari tijdens een debat in de Kamer aan dat de landen waar Nederland een contract mee heeft afgesloten afhankelijk zijn van de levering van Groningse gas. Het gaat volgens minister Kamp niet om de contracten met de landen maar vooral omdat de mensen in België, Duitsland en Frankrijk die afhankelijk zijn van het gas uit Groningen. Volgens hem is de apparatuur in de huishoudens van deze landen alleen geschikt voor het zogenoemde laagcalorische gas. Dit laagcalorisch gas wordt onder andere gewonnen in Groningen.

Reactie van Technisch Werken

Minister Kamp doet nu wel overdreven sociaal door te beweren dat hij het doet voor al die huishoudens in andere landen die afhankelijk zijn van het Groningse gas. Als hij echt zo veel geeft om het welzijn van mensen mag hij ook wel wat meer aandacht besteden aan de Groningse bevolking. De minister heeft het altijd over ‘ons gas’. In bovenstaand nieuwsbericht is bewust aangegeven dat het gaat om het ‘Groningse gas’. Dat levert de staatskas geld op en om geld gaat het alleen. De mensen zijn niet of nauwelijks van belang voor de minister. Ze zijn hooguit een middel om meer stemmen te krijgen in verkiezingstijd.  Daarna is men al die burgers allang weer vergeten. Gelukkig geeft de minister wel om burgers uit de omringende landen. Dan kan hij zichzelf toch nog als weldoener beschouwen en rustig slapen terwijl de Groningse bodem met schokken naar beneden zakt?