De huizenmarkt is in Nederland nog lang niet in balans. Gedurende een korte periode leek het er op dat de prijzen van woningen gingen dalen maar inmiddels stijgen de prijzen voor woningen weer een beetje. Door de krapte op de woningmarkt hebben mensen weinig keuze en worden nog steeds hoge prijzen voor woningen betaald. De nieuwbouw van woningen verloopt bovendien heel traag waardoor het aanbod de komende tijd niet zal toenemen. Door de dalende rentes kunnen mensen bovendien gemiddeld een hoger hypotheekbedrag krijgen. Dat heeft er voor gezorgd dat de economen van de ABN Amro hun prognose voor 2024 hebben bijgesteld. De economen gingen in eerste instantie uit van een prijsstijging van 2,5 procent voor woningprijzen in 2024. Inmiddels zijn ze door de ontwikkelingen overtuigd dat de woningprijzen sterker zullen stijgen.
Woningprijzen stijgen
Voor 2024 worden sterkere prijsstijgingen verwacht voor woningen. De stijging zal vermoedelijk gemiddeld uitkomen op 4 procent. Ook voor 2025 wordt een prijsstijging voorspeld door de ABN Amro economen. Voor dat jaar gaan ze uit van een prijsstijging van 3,5 procent. Bij de berekening zijn de economen er vanuit gegaan dat de hypotheekrentes in de loop van 2024 zullen gaan dalen. Deze daling zou volgen op renteverlaging die de centrale banken zouden kunnen doorvoeren. Ook gaan de economen er vanuit dat de lonen in Nederland weer een beetje zullen stijgen.
Totale maandlasten
Hoewel de economen er vanuit gaan dat de stijging in de lonen de betaalbaarheid van woningen bevorderd gaan ze er aan voorbij dat ook veel kosten zijn gestegen voor het dagelijkse levensonderhoud. Zo liggen de prijzen voor voedingsmiddelen nog steeds behoorlijk hoog. De inflatie is niet voorbij en wordt in feite nauwelijks gecompenseerd door de loonstijging die de meeste werknemers hebben gekregen. Hoewel men wellicht meer kan lenen voor een woning zal men een goede berekening moeten maken van de verwachte maandlasten. Daarbij moeten ook de kosten voor energie en levensonderhoud worden meegenomen. Als iemand meer kan lenen op basis van het salaris moet niet alleen worden gekeken naar de inkomsten maar ook naar de uitgaven.