Hof beslist: huiseigenaren met aardbevingsschade hebben recht op schadevergoeding en smartegeld

De nasleep van de aardbevingen in Groningen is omvangrijk. Verschillende huiseigenaren en huurders in Groningen hebben schade ondervonden aan hun woning ten gevolge van aardbevingen. Deze aardbevingen vonden plaats door bodemverzakking. De bodem is in de provincie van Groningen op verschillende plaatsen gezakt door de aardgaswinning. Daardoor zijn in korte tijd grote lege ruimtes ontstaan onder het Groningse aardoppervlak. Deze ruimtes zijn verzakt met aardbevingen tot gevolg. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wordt verantwoordelijk gehouden voor deze aardbevingen. De NAM heeft namelijk het aardgas uit de Groningse bodem gewonnen.

De NAM probeert echter het bedrag dat ze aan schadevergoedingen moet betalen zoveel mogelijk te beperken. Daarom is de NAM meerdere keren naar de rechter gestapt. Dat de NAM verantwoordelijk is voor het betalen van de materiële schade werd snel duidelijk. De immateriële schade was een punt waarover nog discussie ontstond. In maart 2017 oordeelde de rechtbank in Assen als dat de NAM aansprakelijk is voor de immateriële schade van gedupeerden van aardbevingen als gevolg van gaswinning in Groningen. Met immateriële schade bedoelde de rechtbank spanning, angst en stress van mensen die in woningen wonen die aangetast zijn door aardbevingsschade.

Deze psychische factoren zouden het woongenot aantasten. Daarvoor zouden de gedupeerden moeten worden gecompenseerd. Daar was de rechter het mee eens. De 127 gedupeerden die de rechtszaak hadden aangespannen werden in het gelijk gesteld. De NAM ging echter in beroep tegen die uitspraak. Inmiddels heeft het Hof in Leeuwarden geoordeeld dat de gedupeerden wel degelijk recht hebben op schadevergoeding en in een aantal gevallen ook recht op smartegeld.