In grote steden van Nederland staat de woningmarkt al geruime tijd onder druk. Dat komt met name door het beperkte aanbod in verstedelijkte gebieden en de grote vraag. Dat zorgt er voor dat de woningmarkt ook interessant is voor beleggers. De afgelopen jaren hebben beleggers in grote aantallen woningen en andere onroerend goed gekocht. Het grote probleem van deze ontwikkeling is dat deze beleggers de woningen vervolgens weer te huur aanbieden aan particulieren tegen forse bedragen. Dat heeft weer tot gevolg dat particulieren vanwege de hoge huur die ze moeten betalen niet kunnen sparen en waarschijnlijk met moeite een woning kunnen kopen in de toekomst. Dit werkt als een oneindige cirkel en is niet goed voor de burgers die graag een woning willen kopen. Tegen beleggers opbieden kunnen de meeste burgers niet. Het gevolg is vaak noodgedwongen huren tegen veel te hoge huurprijzen. In steden zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven kan het echt niet langer.
Grote steden hebben meer woningkrapte
Deze steden willen meer mogelijkheden om beleggers te weren van de woningmarkt zodat ze een gezonde woningmarkt kunnen realiseren met volop kansen voor gewone burgers om een woning te kunnen kopen. Volgens de grote steden gaat een wetsvoorstel van minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken niet ver genoeg. Burgers moeten meer bescherming krijgen. Het huidige wetsvoorstel van de minister zorgt er voor dat gemeenten een mogelijkheid krijgen om binnen een bepaald gebied een opkoopbescherming in te voeren met betrekking tot koopwoningen. Deze opkoopbescherming moet er voor zorgen dat woningen niet in de handen van beleggers komen maar juist in de handen van burgers blijven. Starters, doorstromers en andere mensen die actief zijn op de woningmarkt moeten meer kansen krijgen op een betaalbare koopwoning. De zogenaamde opkoopbescherming van de minister is voor drie jaar geldig. Veel grote steden vinden deze termijn echter veel te kort. De schaarste aan woningen op de woningmarkt zal volgens die grote steden niet voorbij zijn over drie jaar.