Groot-Brittannië doet in 2016 onderzoek naar fraude bij Airbus

Met de bouw van vliegtuigen zijn vaak enorme bedragen gemoeid. Als een vliegtuigbouwer grote opdrachten binnenhaalt kan deze niet alleen een flinke omzet genereren maar ook de toekomst van het bedrijf voor een bepaalde periode veilig stellen. Geen wonder dat vliegtuigbouwers er veel aan doen om projecten binnen te halen. Maar vliegtuigbouwers kunnen ook te ver gaan.

De autoriteiten in Groot-Brittannië zijn verdenken Europese vliegtuigbouwer Airbus er van dat ze onjuist hebben gehandeld. Daarom voert de Britse fraudewaakhond SFO onderzoek uit. Moederbedrijf Airbus Group geeft aan dat de SFO onderzoekt of er sprake is van omkoping, fraude en corruptie bij Airbus omtrent de productie en verkoop van commerciële vliegtuigen.

Airbus Group maakte het bericht zondag 7 augustus 2016 bekend en geeft aan dat de SFO haar onderzoek richt op “onregelmatigheden met betrekking op consultants van een derde partij”. Het bedrijf Airbus Group heeft overigens zelf melding gemaakt van de verdachte activiteiten. Daarbij maakten Airbus Group bekend dat ze meewerkt aan het onderzoek van het Britse SFO. Dit onderzoek is niet snel afgerond. Mogelijk zal het onderzoek jaren duren. Daarbij is het goed mogelijk dat Franse en Duitse autoriteiten ook hun eigen onderzoeken gaan uitvoeren.

Reactie van Technisch Werken
Als Airbus zelf bekend heeft gemaakt dat een onderzoek naar fraude gewenst is dan zal er wel degelijk wat aan de hand zijn. Toch is het in de praktijk vaak moeilijk om precies te achterhalen wat er verkeerd is gegaan en wie daarvoor verantwoordelijk zijn. Voor fraude en omkoping zijn namelijk in de praktijk meerdere mensen verantwoordelijk en daardoor zijn er ook meerdere mensen bij betrokken. Meestal wijst men in de rechtszaken naar elkaar waardoor er geen duidelijke schuldige aanwezen kan worden.

Dit leidt in de praktijk vaak tot strafvermindering of er worden helemaal geen straffen uitgedeeld. Straffen worden ook vaak symbolisch opgelegd en dikwijls worden alleen de kleine schakels in de corruptieketen bestraft. De grotere schakels in deze keten blijven buiten beschouwing of het wordt pas veel later bekend dat zij ook op de hoogte waren. Meestal is dan al de ergste ‘kou uit de lucht’ en is de roep om stevige straffen niet meer zo luid.

Onderzoeksbureaus zouden zich niet moeten laten afschrikken door de positie van directeuren en andere mensen in de top van een bedrijf. Ook deze personen dienen zich aan de wet en de regels te houden die horen bij goed ondernemen.