Gespecialiseerde aannemers vinden moeilijk leerlingen in 2016

Op woensdag 30 maart 2016 heeft het Economisch Instituut voor de Bouw de uitkomsten van een onderzoek gepubliceerd. Dit onderzoek ging met name over de toekomst van vakmensen op de bouw. Voor de toekomst van specialistische beroepen op de bouw is het belangrijk dat er ieder jaar voldoende leerlingen het vak leren van ervaren bouwlieden. In 2008 waren er nog 2.140 leerlingen in een functie als dakdekker, metselaar of stukadoor actief volgens het Economisch Instituut voor de Bouw. Dit aantal is echter enorm geslonken de afgelopen jaren.

Minder leerlingen actief op de bouw
Van het aantal leerlingen dat in 2008 op de bouw actief was is inmiddels bijna niets meer over. In 2014 werden nog 640 leerlingen in de bouw geteld. Bedrijven hebben weinig geld voor scholing beschikbaar. Dit heeft volgens Henk Klein Poelhuis, voorzitter van de Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra, te maken met het feit dat er weinig mensen op de bouw in vaste dienst worden aangenomen. Volgens hem zijn werknemers in de bouwsector duurder als ze in vaste dienst worden aangenomen door aannemers dan wanneer er sprake is van een uitzendconstructie of van payrollconstructies.

Te kort aan vakmensen op de bouw
Het tekort aan leerlingen op de bouw heeft gevolgen voor de toekomst. Veel leerlingen leren in BBL opleidingen namelijk een vak door te werken en te leren. In de bouw moet je in de praktijk een vak leren dat kun je niet op volledig een theoretische opleiding doen. Veel vaardigheden leer je namelijk aan door herhaling in de praktijk. Denk hierbij aan het werk van een stukadoor.

De theorie lijkt redelijk eenvoudig maar de praktijk is veel complexer, er komt veel vakmanschap bij kijken voordat iemand een goede stukadoor of metselaar is geworden. Doordat er nauwelijks leerlingen op de bouw een vak leren ontstaat er waarschijnlijk in de toekomst een te kort aan ervaren vakmensen. Als men dan nog jongeren een vak moet leren zijn er te weinig ervaren vakmensen om hun kennis over te dragen aan de jongere leerlingen.

Wetgeving als belemmering
De overheid probeert met de wetgeving de arbeidsmarkt te hervormen. Een voorbeeld hiervan is de wet werk en zekerheid die in 2015 door minister Lodwijk Asscher is ingevoerd. Deze wet werkt niet effectief omdat bedrijven juist minder snel werknemers een vast contract aanbieden. Daarnaast is ook de loondoorbetalingsverplichting in het tweede ziektejaar voor veel werknemers een struikelblok om werknemers een contact aan te bieden voor onbepaalde tijd.

Reactie van Technisch Werken
De bouwsector heeft de klappen van de economische crisis goed gevoeld vanaf 2008. Verschillende bouwbedrijven hebben noodgedwongen personeel laten vertrekken dat zorgde er voor dat de werkloosheid onder bouwpersoneel toenam. Sommige bedrijven in de bouw moesten zelfs het faillissement aanvragen, het nieuws stond er vol mee. Daardoor is het niet verwonderlijk dat veel jongeren zich wel drie keer bedachten voordat zij een opleiding gingen volgen in de bouw.

Dit effect ijlt nu na op de opleidingsinstituten. Er zijn weinig leerlingen die echt graag aan de slag willen in de bouwsector. De bouw moet populairder worden onder de jeugd en daar moeten niet alleen de opleidingsinstituten voor zorgen. Ook de bouwsector en de overheid moeten meewerken aan een positief imago onder de jeugd met betrekking tot de vakgebieden die men kan uitvoeren in de bouwbranche.