Gemeenten willen in 2017 bijna 3,9 miljard euro onroerendezaakbelasting heffen

Nederlandse gemeenten willen in totaal bijna 3,9 miljard euro aan onroerendezaakbelasting gaan heffen. Dit is echter een totaalbedrag maar dit bedrag ligt wel 2,5 procent hoger dan het totaalbedrag dat in 2016 aan onroerendezaakbelasting werd geheven. Dit heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag 9 maart 2017 bekend gemaakt.

Onroerendezaakbelasting
Onroerendezaakbelasting wordt ook wel afgekort met ozb en is voor gemeenten een belangrijke inkomstenbron. Deze vorm van belasting wordt zowel geheven op woningen maar ook op andere onroerende zaken zoals kantoren, winkels en overige utiliteit. De verwachte opbrengst voor ozb op woningen wordt geraamd op 2 miljard euro voor alle 388 gemeenten gezamenlijk. De verwachte ozb op utiliteit en andere complexen wordt geschat op 1,9 miljard euro.

In totaal gaan de vier grote gemeenten in Nederland 584 miljoen euro van de 3,9 miljard euro innen. Van alle gemeenten gaat Rotterdam waarschijnlijk de meeste ozb innen. Deze gemeente gaat naar verwachting een bedrag 236 miljoen euro binnen halen. Op de tweede plaats komt Amsterdam. Daar wordt naar verwachting 167 binnengehaald aan onroerendezaakbelasting. Utrecht zal ongeveer 96 miljoen inhalen en Den Haag 85 miljoen euro.

Ozb op utiliteit
Vooral in vier grote steden speelt de onroerendezaakbelasting op gebouwen die geen woning zijn een grotere rol. Men heeft het dan over de ozb op utiliteit en andere complexen. Ongeveer twintig procent van alle onroerendezaakbelasting in Nederland wordt geheven op bedrijfscomplexen, winkels en kantoren in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.

De ozb op utiliteit levert naast de grote steden ook in kleinere gemeenten verhoudingsgewijs veel geld op. Men heeft het dan voornamelijk over gemeenten met veel industrie zoals havens en dergelijke. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over gemeenten zoals Moerdijk en Eemsmond.