Gaswinning Groningen in 2015 verlagen aldus VVD

De gaswinning in Groningen staat al een aantal jaar ter discussie. Verschillende belangengroeperingen bestrijden elkaar met argumenten waarin gepleit wordt om de gaswinning te handhaven of juist terug te schroeven. Nu er weer verkiezingen aankomen mengen ook politieke partijen zich meer in deze discussie. Vijf weken voor Provinciale Statenverkiezingen lanceert de VVD in Groningen een plan om de gaswinning in de provincie Groningen te verlagen. De verlaging moet er voor zorgen dat de gaswinning in het eerste half jaar van 2015 maximaal 17,5 miljard kuub mag bedragen.

Verder benoemt de provinciale VVD-afdeling dat de NAM alle meerkosten moet betalen om er voor te zorgen dat alle gebouwen en wegen in de omgeving van de aardgaswinning aardbevingsbestendig worden. Dit beleid van de provinciale VVD-afdeling gaat in tegen het beleid van VVD-minister Kamp van Economische Zaken. Deze VVD-minister wil de gaswinning in Groningen in 2015 niet verlagen. Minister Kamp wil de gasproductie in 2015 op 39 miljard kuub houden.

De Groninger VVD-lijsttrekker Boumans wil er juist voor zorgen dat in het eerste half jaar van 2015 de gaswinning in Groningen wordt verlaagd. In de maand juni moet er volgens hem weer een besluit worden genomen over de rest van 2015. Dit melde hij aan RTV Noord. Ook de provinciale PvdA-afdeling wil de gaswinning in Groningen verlagen tot 30 miljard kuub per jaar. De partijen hopen daarmee het risico op aardbevingen te beperken.

Reactie van Technisch Werken
De landelijke politiek en de lokale politiek staan regelmatig lijnrecht tegenover elkaar. Landelijk kijkt men bijvoorbeeld naar het geld dat het Groningse gas opbrengt voor de schatkist van de staat. Lokaal ziet men echter de gevolgen van deze aardgaswinning door de schade aan wegen en gebouwen. Lokale partijen houden daarom rekening met de belangen van hun burgers en hopen stemmen te krijgen door zo goed mogelijk voor deze belangen op te komen. Het is echter wel krom dat dezelfde partijen landelijk juist een tegenovergesteld beleid voeren. Hoe willen ze dat aan de kiezer uitleggen?