Flexwerkers moeten meer zekerheid krijgen vanaf 2017

Flexwerkers en andere werknemers met een tijdelijk contract moeten meer zekerheid krijgen. Dit geldt ook voor zelfstandigen zonder personeel. Ook deze zzp’ers hebben in de praktijk vaak nauwelijks zekerheid waardoor ze nauwelijks (financiële) risico’s durven te nemen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) gaf dinsdag 7 februari 2017 aan dat er iets moet veranderen in Nederland. Op dit moment (2017) is Nederland in Europa volgens de WRR het land waar de meeste werknemers op tijdelijke basis werken of op basis van zzp’er.

Aandeel flexwerkers op arbeidsmarkt
Ongeveer dertig procent van de werknemers in Nederland heeft een tijdelijk contract of is werkzaam als zelfstandige zonder personeel (zzp’er). Onder de werknemers met een tijdelijk contract worden ook uitzendkrachten gerekend en tijdelijk gedetacheerd personeel. In Nederland is flexwerk steeds belangrijker geworden. Flexibilisering van de arbeidsmarkt zorgt volgens de WRR echter ook voor risico’s, het kan nadelen hebben voor de Nederlandse economie als er daardoor minder opleidingen worden gevolgd en minder aandacht is voor innovatie.

Kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid wijst er bovendien op dat door de flexibilisering er nieuwe kwetsbare groepen ontstaan op de arbeidsmarkt. Deze groepen hebben veel onzekerheid met betrekking tot hun werk, inkomsten en sociale zekerheid. De WRR geeft aan dat werknemers die veel onzekerheid ervaren op de arbeidsmarkt daar ook psychologisch onder kunnen lijden. Ze hebben te maken met een gebrek aan erkenning. Ook noemt de raad het woord levenslooponzekerheid. Vooral wanneer mensen een huis willen kopen is het belangrijk dat ze aan de hypotheekverstrekker kunnen aantonen dat ze een constante toestroom van inkomsten hebben. Veel flexwerkers hebben moeite om een hypotheek te krijgen van een bank wanneer ze een huis willen kopen.