Nederland verdient nog steeds veel geld met het exporteren van laagcalorisch aardgas naar andere landen, waaronder naar België. Hoewel de export van aardgas veel geld oplevert zijn er ook zorgen over de aardgaswinning in Nederland. De provincie Groningen heeft de afgelopen jaren te maken gehad met bodemdaling ten gevolge van de aardgaswinning. Deze bodemdaling heeft vervolgens weer aardbevingen veroorzaakt en veel materiële, financiële en ook emotionele schade veroorzaakt bij de Groningse bevolking. Minister Kamp, de minister van economische zaken van het vorige kabinet, moest uiteindelijk wel de gaswinning in Groningen beperken. De nieuwe minister van economische zaken, Eric Wiebes, ziet naar eigen zeggen geen andere taak voor zichzelf dan het binnenlands verbruik en de export van aardgas naar beneden te krijgen.
Verbruik van aardgas beperken
Minister Wiebes gaf zijn visie over het aardgasbeleid van Nederland donderdag 14 januari aan de Tweede Kamer. Dit deed hij tijdens de begrotingsbehandeling van zijn ministerie. Vanuit de Kamer waren er onder andere vragen van de SP en GroenLinks die graag van de minister wilden horen hoe hij de komende jaren met het aardgas van Nederland om zou gaan. Minister Wiebes gaf in zijn reactie ook aan dat hij desnoods per huishouden een gastoestel zou willen inruilen voor een elektrische variant. Dit is echter een deel van de oplossing. Huishoudens in Nederland zijn nog veelvuldig aangesloten op het aardgasnet. Aardegas wordt onder andere gebruikt voor centrale verwarmingsinstallaties en voor kooktoestellen die in de volksmond ook vaak gastoestellen worden genoemd. Het aanpakken van dit gasverbruik is uiteraard verstandig omdat daarmee het verbruik van laagcalorisch gas omlaag gaat. Echter moet men ook de grootverbruikers van aardgas ondersteunen of verplichten tot een energietransitie. Dit houdt in dat de grootgebruikers in de (zware) industrie zullen moeten overstappen op een andere energiebron of andere energiebronnen. Dat blijkt minder eenvoudig dan men eerder had gehoopt.
Laagcalorisch aardgas
Groningen is één van de belangrijkste gebieden waar laagcalorisch aardgas uit de aardbodem wordt gehaald. Niet alleen veel Nederlandse huishoudens zijn afhankelijk van dit laagcalorische aardgas ook andere landen zijn hiervan afhankelijk. Denk hierbij aan België die een grote afnemer is van het Nederlandse laagcalorische aardgas. Met laagcalorisch wordt overigens duidelijk gemaakt dat het gaat om aardgas met een lagere energiewaarde dan hoogcalorisch aardgas. Voor laagcalorisch aardgas zijn andere installaties vereist dan hoogcalorisch aardgas. Dit houdt in dat men niet zomaar van laagcalorisch aardgas kan overschakelen op hoogcalorisch aardgas. Daarvoor zou men dus de centrale verwarmingsketels moeten aanpassen, gastoestellen en andere gasverbruikende installaties. Dat is niet eenvoudig en zal veel geld kosten. Toch moeten er beslissingen worden genomen op dit gebied. Er zijn namelijk weinig locaties in Europa waar laagcalorisch gas uit de aardbodem wordt gehaald. Als Nederland minder laagcalorisch aardgas produceert dan zal Nederland meer moeten gas moeten importeren uit andere landen. Grote kans dat dit voornamelijk hoogcalorisch aardgas zal zijn met alle technische problemen/ gevolgen van dien.
Export laagcalorisch aardgas beperken
Op dit moment wordt laagcalorisch Gronings aardgas geëxporteerd naar verschillende Europese landen waaronder Duitsland, België en Frankrijk. Nederland heeft in die gevallen te maken met juridische verplichtingen met betrekking tot de levering van aardgas. Deze afspraken moeten worden nagekomen. Wiebes heeft al zijn eerste “wrevelige gesprek met een buitenlandse collega” gehad over deze leveringsverplichting. Het wordt nog een hele lastige kwestie om de export van gas naar andere landen te reduceren.