Europese Unie overweegt om China in 2016 de status van markteconomie te geven

De Europese Unie wil China misschien de status van markteconomie te geven. Het land zou deze status kunnen krijgen in december 2016. De plannen zijn nog maar net genoemd en vertegenwoordigers van de Europese industrie zijn druk bezig om zich hier tegen te verzetten. Op maandag 15 februari 2016 willen de vertegenwoordigers van verschillende Europese industrieën hun ongenoegen over de plannen kenbaar maken tijdens een protest in Brussel. Ze willen niet dat  Chinese producten onder de marktprijs worden aangeboden in Europa. Daarom moet China niet de status van markteconomie krijgen. Als het land wel deze status krijg wordt het moeilijker om importheffingen op te leggen op door China gesubsidieerde producten.

Grote betoging vanuit de industrie
Men verwacht een grote betoging vanuit de Europese industrie. Minimaal vijftien lidstaten zullen afgevaardigden sturen uit verschillende industriële sectoren. Er zullen bijvoorbeeld uit de staalsector enkele duizenden betogers komen. Dit liet de Europese staalfederatie Eurofer weten. Verder zullen er duizenden betogers komen uit de sectoren waar aluminium, zonnepanelen, glas en fietsen worden geproduceerd. Het zijn niet alleen de werkgevers die tegen de Europese plannen produceren ook vakbonden zullen vertegenwoordigd zijn. Maandag 8 februari 2016 werd door de Europese industriekoepel Aegis de noodklok geluid in een manifest. Volgens dit manifest vernietigd het dumpen van Chinese producten de Europese banen en vrije en eerlijke handel op het Europese contingent.  Aegis beweert in het manifest dat er 3,5 miljoen verloren kunnen gaan als China haar goedkope producten in Europa onder de marktprijs kan verkopen. Bovendien dreigt Europa jaarlijks 228 miljard euro omzet te missen.

Reactie van Technisch Werken
Europa wil haar markt beschermen en dat is logisch. Het kost in Europa nu eenmaal meer geld om producten te produceren. Dat heeft met een aantal factoren te maken. De salarissen liggen bijvoorbeeld in Europa hoger en daarnaast zijn de grondprijzen kostbaar. De scherpe kwaliteitsregels en veiligheidsregels zorgen er voor dat bedrijven veel moeten investeren om hetzelfde product te produceren als een Chinees bedrijf die niet met al deze factoren te maken krijgt. De consument heeft wel baad bij goedkope Chinese producten alleen is de Europese consument ook een werknemer. Juist werknemers zullen de gevolgen van de goedkope Chinese producten merken omdat Europese bedrijven niet tegen Chinese bedrijven kunnen concurreren. Daardoor moeten Europese bedrijven vaak noodgedwongen mensen ontslaan.