De woningbouw in Nederland loopt achter ten opzichte van de groei in het aantal huishoudens in Nederland. Door deze situatie neemt de spanning op de woningmarkt verder toe. Er zal meer vraag naar woningen ontstaan maar het aanbod aan woningen zal beperkt blijven. Om daar verandering in aan te brengen kan men eigenlijk alleen maar het aanbod aan woningen laten toenemen. Daarvoor moeten echter aanzienlijk meer woningen worden gebouwd. Dat is bijna een onmogelijke opgave. De overheid heeft zichzelf hierbij klemgezet met wet- en regelgeving omtrent stikstof en PFAS. Toch zijn er de afgelopen tijd behoorlijk wat nieuwe woningen gebouwd.
In 2020 zal de bouw van woningen echter afnemen. In de periode tussen 2020 en 2023 zullen er in Nederland maximaal 230.000 woningen bijkomen. Het aantal huishoudens neemt dan echter met bijna 335.000 toe. Dat is ook mede het gevolg van de toename in het aantal eenoudergezinnen. Deze gezinnen ontstaan onder andere door relatiebreuk. Vanwege deze ontwikkeling zullen er ook meer woningen in bepaalde segmenten beschikbaar moeten komen. Voor gezinnen die bestaan uit eenouder en kinderen zijn veel woningen onbetaalbaar in Nederland.