Afgelopen maandagavond heeft de Eerste Kamer zich gebogen over de Arbeidswet die is opgesteld door minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken. Deze minister denkt dat zijn wet er voor zal zorgen dat er meer vaste contracten worden aangeboden aan werknemers en dat er minder flexibele contracten zullen worden verstrekt. Op die manier zouden werknemers op de arbeidsmarkt meer zekerheid krijgen en dat is goed voor de werknemers, de koopkracht en dus de economie. De vraag is echter of deze wet gaat zorgen voor meer vaste contracten. De senaat is hier nog niet van overtuigd.
Nieuwe Arbeidswet
Met de wet zou de kloof tussen vast werk en flexwerk moeten worden verkleind. Onder flexwerk worden verschillende vormen van flexibele arbeid geschaard. Zo kun je denken aan tijdelijke contracten bij een regulieren werkgever maar ook aan uitzendwerk, payrolling, nul-urencontracten, oproepkrachten en het werken als zelfstandige zonder personeel. De Eerste Kamer is er nog niet helemaal van overtuigd dat deze vormen van flexibele arbeid zullen worden ingeperkt door de nieuwe Arbeidswet.
Equal pay
Een belangrijk aspect wat de minister wil regelen met de Arbeidswet is zogenaamde equal pay. Dit gaat verder dan alleen een gelijk loon voor bijvoorbeeld payroll medewerkers, uitzendkrachten en ander inleenpersoneel. De minister wil bijvoorbeeld dat de medewerkers die op basis van payroll werken equal pay krijgen en dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers van het bedrijf waar de payroller voor werkt. Payrolling wordt volgens de minister op die manier duurder en dus onaantrekkelijker voor een werkgever. Volgens de minister zullen payrollmedewerkers daardoor sneller een rechtstreeks contract krijgen. Daarnaast wil de minister dat werkgevers een hogere WW-premie gaan betalen wanneer zij iemand in dienst hebben. Verder zouden werknemers vanaf de eerste werkdag een ontslagvergoeding op kunnen bouwen in plaats van na twee jaar dienstverband.
Flexwerk en vast werk
Tot het einde van 2018 is het aantal flexkrachten toegenomen maar inmiddels is in het eerste kwartaal van 2019 gebleken dat het aantal flexkrachten ten opzichte van het aantal vaste krachten aan het afnemen is. Dat komt niet door een wet maar veel meer door de marktwerking op de arbeidsmarkt. Ervaren personeel is schaars en goed opgeleide werknemers hebben goede vooruitzichten op werk. Veel bedrijven kiezen er daarom voor dat werknemers gebonden worden aan de organisatie doormiddel van een vast contract. Dit proces is nu al in gang gezet en duidelijk merkbaar in bijvoorbeeld de technische branche en de bouw.