Een op de vijftig werknemers bleef in 2020 thuis in verband met een coronabesmetting

Ongeveer een op de vijftig werknemers is het afgelopen jaar thuisgebleven na een besmetting met het coronavirus. Vanwege deze reden kwamen met name in de zorg werknemers thuis te zitten. Het percentage kwam in deze sector op ongeveer vier procent. Daarnaast heeft corona ook een groot effect gehad op het onderwijs en de handel. In de sector landbouw en bij financiële bedrijven was er  juist sprake van weinig verzuim in relatie tot corona. Dit is vrijdag 28 mei 2021 naar voren gekomen uit cijfers van het CBS op dit gebied. In 2020 was het ziekteverzuim het hoogste sinds het jaar 2003. Meer dan twee procent van de werknemers in Nederland is in 2020 in ieder geval 1 keer thuis gebleven omdat ze klachten hadden waarbij daadwerkelijk werd vastgesteld dat ze waren  veroorzaakt door een coronabesmetting.

Hoewel een coronabesmetting een regelmatig voorkomende reden was van ziekteverzuim was het zeker niet de belangrijkste reden waarom werknemers in het ziekteverzuim belanden. De meest voorkomende redenen zijn nog steeds verkoudheid en griep. In totaal bleef 30 procent van alle werknemers het afgelopen jaar een dag of een paar dagen thuis vanwege een griep of verkoudheid. Hoewel griepkachten of een verkoudheid kunnen duiden op een besmetting met COVID-19 was dat zeker niet in alle meldingen het geval. Veel mensen bleven uit voorzorg thuis bij verkoudheidsklachten. Naast griep en verkoudheid kwamen ook rugklachten, psychische problemen of klachten aan buik-, maag- of darm veel voor in 2020. Ongeveer 24 procent van de werknemers in Nederland heeft aangegeven dat ze zich in heel 2020 niet ziek hebben gemeld.