Economische steun voor werkloze flexwerkers wordt uitgebreid in 2020

De overheid gaat de economische steun voor flexwerkers die hun baan zijn kwijtgeraakt uitbreiden. Het gaat hierbij om economische steun aan flexwerkers die niet in aanmerking kunnen komen voor een WW-uitkering of een bijstandsuitkering. Doordat de overheid de inkomensdrempel heeft verlaagd naar 400 euro per maand kunnen meer mensen aanspraak maken op economische steun. Hoewel meer mensen in aanmerking kunnen komen voor de steunmaatregel wordt de hoogte van de uitkering echter wel verlaagd. Dit kwam woensdag 3 juni 2020 naar voren uit een Kamerbrief van minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken).

Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeid TOFA

De Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeid (TOFA) zou flexkrachten die geen recht op WW of bijstand hebben moeten ondersteunen in hun inkomstenderving door de coronacrisis. Om die reden werd de TOFA door minister Koolmees ingevoerd. De minister had eerder nog vraagtekens bij de regeling. Volgens hem zorgt de wek voor een risico op willekeur en onjuist gebruik. Toch heeft de Tweede Kamer aangegeven dat het belangrijk is dat ook voor deze groep flexwerkers een oplossing wordt geboden. Inmiddels heeft de TOFA een aantal wijzigingen ondergaan. Daardoor kan de TOFA alsnog worden ingevoerd.

Hoogte van de drempel voor TOFA

Flexwerkers komen voor compensatie vanuit de TOFA in aanmerking als ze in februari minimaal 400 euro bruto verdienden. Ook moeten ze in april vanwege de coronacrisis hun inkomen met minimaal de helft moeten hebben zien teruglopen. Deze inkomensdrempel lag eerder op 500 euro. Door het verlagen van de inkomensdrempel kunnen ook studenten in aanmerking komen voor de TOFA. De uitkering vanuit de TOFA wordt echter wel verlaagd van maximaal naar maximaal 550 euro per maand voor een periode van drie maanden. De overheid heeft de hoogte van de uitkering aangepast om het betaalbaar te houden. Er zullen door de drempelverlaging meer mensen voor de TOFA in aanmerking komen. Daarnaast zorgt de drempel er voor dat “er niet een te grote groep ontstaat die een hogere tegemoetkoming krijgt dan men voorheen zelf verdiende”, aldus minister Koolmees.