Doorgeleidingsplicht uitzendbureaus belangrijk voor veiligheid uitzendkrachten in 2018

Uitzendbureaus moeten in Nederland er voor zorgen dat de uitzendkrachten die voor hen werkzaam zijn een goede werkinstructie krijgen. Daarvoor moet een uitzendbureau informatie inwinnen bij de opdrachtgever oftewel de inlener. Deze klant moet de functierelevante informatie en veiligheidsinformatie aan de uitzendorganisatie verstrekken. Het gaat hierbij om in ieder geval de volgende aspecten:

  • de functie en functie-eisen en taken die de uitzendkracht gaat uitvoeren;
  • welke veiligheidsdocumenten (zoals VCA) verplicht zijn;
  • de werkplekeisen, arbeidsomstandigheden en de werklocatie;
  • specifieke risico’s op de werkplek;
  • wie de contactpersoon is bij de inlener ook bij calamiteiten en het melden van onveilige situaties en onveilig gedrag;
  • door wie, hoe en waar de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) met instructie worden verstrekt.

Werkinstructie of Arbodocument
Een uitzendorganisatie moet antwoorden op bovengenoemde punten goed inventariseren en verwerken in een instructie of instructieformulier dat verstrekt wordt aan een uitzendkracht. Een uitzendbureau heeft de (wettelijke) plicht om de informatie door te geleiden naar de flexmedewerker vóórdat hij of zij voor de uitzendorganisatie gaat werken. Sommige uitzendbureaus spreken van een werkinstructie maar er zijn ook uitzendbureaus die deze instructie een Arbodocument noemen. De term Arbodocument is ontleend aan de Arbowet waarin regels en richtlijnen zijn opgenomen over de arbeidsomstandigheden van werknemers en veiligheid, gezondheid en milieuaspecten op de werkvloer.

Richtlijnen voor veilig werken voor uitzendkrachten
Nadat de uitzendorganisatie aan haar doorgeleidingsplicht heeft voldaan en de uitzendkracht de werkinstructie in goede orde heeft ontvangen zal de uitzendkracht zich ook aan de veiligheidsrichtlijnen en werkinstructie moeten houden. Dat is van belang voor de gezondheid van de uitzendkracht zelf maar ook voor de overige collega’s, leidinggevenden en andere personen die op de werkplek aanwezig (kunnen) zijn. Als de werkgever werkoverleg houdt of toolboxmeetingen over veiligheid gezondheid en milieu zal de werknemer daarbij aanwezig moeten zijn, de uitzendkracht dus ook.

Verder zal de uitzendkracht net als alle andere werknemers op de juiste manier gebruik moeten maken van persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze moet de uitzendkracht ontvangen van de werkgever of de uitzendorganisaties. Wie precies welke pbm’s verstrekt is aangegeven in de werkinstructie. De uitzendkracht moet aangeven wanneer PBM’s ontbreken. Dit doet hij of zij zowel bij de opdrachtgever als bij de uitzendorganisatie. Tot slot heeft de uitzendkracht de plicht om onveilige situaties en bijna ongevallen te melden. Op die manier is iedereen betrokken bij het voorkomen van ongelukken en het bevorderen van veiligheid op de werkvloer.