Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) heeft woensdag 22 januari 2020 haar verwachtingen over dit jaar en komend jaar uitgesproken. In de studie Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2020 staat dat de bouwproductie in 2020 en 2021 vrijwel geheel stil komt te liggen. Dat is het gevolg van de stikstofcrisis en de problemen met betrekking tot PFAS in bouwgrond. Deze twee factoren spelen een belangrijke rol in de afname van de bouwproductie omdat er vanwege deze factoren minder bouwvergunningen worden verstrekt. Ook duurt het langer voordat een bouwvergunning daadwerkelijk wordt goedgekeurd of afgekeurd. Tijdens het bouwen mag namelijk niet meer stikstof worden uitgestoten.
Ook bij de ingebruikname van het bouwwerk moet de stikstofemissie omlaag. Het is zeer lastig om dit te bewerkstellen en bovendien ook moeilijk om de stikstofreductie te bewijzen en te onderbouwen. Er zijn nog nauwelijks elektrische bouwmachines beschikbaar voor bijvoorbeeld transport maar ook voor graafwerkzaamheden en funderingswerk. De overheid heeft dit pas laat in de gaten gekregen daarom zijn de stikstofrestricties in de bouw in de loop van 2019 versoepeld. Dit ging echter om een tijdelijke versoepeling. Het is nog onduidelijk wat er in 2020 gaat gebeuren. Ook op het gebied van PFAS is veel onduidelijk de normering op het gebied van PFAS is de afgelopen tijd iets verruimd maar desondanks is het lastig om in drukke verstedelijkte gebieden en industrieterreinen grond te verplaatsen.
De bouwsector heeft het in Nederland nog niet makkelijk in 2020. Er zal de komende tijd nog veel moeten gebeuren om deze sector verder te ondersteunen. Vanuit de markt is er voldoende vraag naar nieuwe woningen en utiliteitscomplexen. Alleen moet de overheid er voor zorgen dat deze projecten ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. De vergunningen voor het bouwen moeten soepeler worden geregeld en de overheid moet meer doen om de PFAS en strikstofrestricties duidelijk en transparant vast te leggen. Er is behoefte aan duidelijkheid.