De krapte op de woningmarkt heeft er voor gezorgd dat beschikbare koopwoningen populair zijn onder woningzoekers maar ook onder beleggers. In 2018 is het aantal beleggers dat geinvesteerd heeft in vastgoed aanzienlijk toegenomen. Veel beleggers investeren specifiek in woningen. Er worden dan woningen opgekocht en vervolgens verhuurd. De belegger wil natuurlijk zoveel mogelijk winst behalen uit deze investering en dat heeft gevolgen voor de huurprijs. De huurprijzen gaan omhoog en voor huurders neemt het aanbod aan dure huurwoningen toe maar betaalbare huurwoningen zijn er nauwelijks te vinden op de Nederlandse woningmarkt.
De NVM ziet deze ontwikkeling ook en is hier niet tevreden over. Ger Jaarsma van de NVM vraagt zich af of deze werkwijze niet door de overheid moet worden aangepakt. Een schaarste op de woningmarkt zorgt automatisch voor hogere woningprijzen. Dat is de marktwerking. Veel obligaties leveren nauwelijks rendement op. Daarom zoeken beleggers in 2018 naar andere investeringsbronnen. De woningmarkt krijgt daardoor nog meer potentiële kopers. Alleen kopen beleggers woningen met een andere reden dan gezinnen en starters een woning. Beleggers willen er aan verdienen en zijn niet van plan om een woning daadwerkelijk te bewonen. Doordat de beleggers actief zijn op de woningmarkt wordt de woningprijs van een gemiddelde woning nog hoger. Bovendien kunnen veel beleggers omdat ze kapitaalkrachtiger zijn een hoger bod plaatsen dan de gemiddelde starter of doorstarter op de woningmarkt. Dat heeft een negatief effect op de mogelijkheden van huizenzoekers op de woningmarkt.
De woningprijzen gaan nog verder omhoog maar dat is in feite een vertekenend beeld. De woningen zijn niet meer waard geworden alleen het aanbod is schaarser. Wat de NVM betreft moet de overheid nu in actie komen om de misstanden op de woningmarkt aan te pakken. Gewone consumenten moeten ook in staat zijn om woningen te kunnen kopen. Een belangrijke oplossing is volgens de NVM het vergroten van het aanbod door meer woningen te bouwen. Als er meer aanbod ontstaat komt de vraag en het aanbod dichter bij elkaar en ontstaat er een balans. Dan worden vraagprijzen realistisch en is de woningmarkt voor beleggers minder interessant.