Belastingdienst heeft schijnconstructies zzp’ers nauwelijks aangepakt sinds 2018 tot 2022

De Belastingdienst heeft opdrachtgevers en opdrachtnemers (zzp’ers) die op basis van schijnconstructies met elkaar samenwerkten nauwelijks aanwijzingen gegeven en van correctie is al helemaal weinig sprake geweest. Dit komt naar voren uit een conclusie van de Algemene Rekenkamer. Deze organisatie heeft onderzoek gedaan naar de manier waarop de Belastingdienst omgaat met schijnconstructies is Nederland. Volgens het onderzoek heeft de Belastingdienst grote moeite met de schijnconstructies die op dit moment in stand worden gehouden door opdrachtgevers en opdrachtnemers.

De Wet DBA

De overheid heeft in het verleden de wet DBA ingevoerd. Dit gebeurde in 2016 als maatregel tegen de vele schijnconstructies op de arbeidsmarkt. Zo hebben veel bedrijven zelfstandigen zonder personeel zogenaamd ingeleend als opdrachtnemers maar beschouwen ze deze krachten in feite als werknemers. in die situaties is sprake van een schijnconstructie. Er lijkt namelijk een constructie aanwezig te zijn waarin er een werkgever en werknemers-relatie is. Dat mag niet omdat een zelfstandige zonder personeel daadwerkelijk als ondernemer of opdrachtnemer moet worden beschouwd.

Implementatietermijn

De wet DBA kon bij de invoering rekenen op veel weerstand van werkgevers en van zzp’ers de uitvoerbaarheid van deze wet zou in de praktijk heel lastig zijn. Daarnaast zagen veel zelfstandigen maar ook ondernemers dat hun schijnconstructie door de wet DBA aan de kaak gesteld kon worden en dat wilden ze natuurlijk niet. Het gevolg was dat er een aantal bedrijven tegen de spreekwoordelijke lamp aanliepen met een procedure tot gevolg. Het bleek in de praktijk echter heel lastig om de bedrijven aan te pakken en te beboeten in de implementatietermijn van de Wet DBA.

Nauwelijks handhaving

Uiteindelijk werd de implementatietermijn voortdurend verlengd waardoor er nooit een einddatum is gekomen. Dan is het ook lastig om bedrijven daadwerkelijk aan te pakken wanneer er sprake is van schijnconstructies. De handhaving is momenteel bijna onmogelijk en werd direct gepauzeerd tijdens de ‘implementatietermijn’. Sinds 2018 is het wel mogelijk om bij aantoonbare kwaadwillendheid (als er dus overduidelijk sprake is van een dienstverband) in te grijpen. Verder mag de Belastingdienst sinds januari 2020 een ‘aanwijzing’ geven. Dit wordt echter in de praktijk ook nauwelijks gedaan. Zo zijn er tussen eind 2019 en eind 2021 in totaal 475 bedrijfsbezoeken afgelegd. Deze hebben uiteindelijk gezorgd voor drie aanwijzingen en één correctie.