Werkgelegenheid is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse economie. Deze werkgelegenheid komt de komende jaren verder onder druk te staan vanwege automatisering en robotisering. Doordat veel bedrijven processen digitaliseren en doormiddel van software en computers laten uitvoeren worden bepaalde banen overbodig. Ook in fabrieken en in de industrie worden steeds meer processen uitgevoerd door systemen en robots. Dat zorgt er voor dat de productiebanen en eenvoudige administratieve banen voor het uitvoeren van repeterend werk langzaam maar zeker verdwijnen van de werkvloer. Robots en computers nemen deze werkzaamheden over.
Werkgelegenheid in ontwikkeling
Het World Economic Forum (WEF) gaat er vanuit dat er wereldwijd tot en met 2022 ongeveer 75 miljoen banen kunnen verdwijnen. Daarnaast zouden er ook 133 miljoen banen ontstaan door machines die werk uit handen nemen van werknemers. Het betekent dat er in 2022 ongeveer 58 miljoen banen netto bijkomen. Dat lijkt geweldig maar er zit ook een risico in deze ontwikkeling. De nieuwe functies zijn namelijk niet in de richting en niet op het niveau van de oude functies die verdwenen zijn. Dat zorgt er voor dat werknemers zichzelf moeten (laten) omscholen of bijscholen zodat ze ook voor de toekomstige functies ingezet kunnen worden.
BBL en andere scholingstrajecten
Bedrijven, uitzendbureaus en andere werkgevers zijn in 2018 al actief bezig met het ontwikkelen van werknemers en werkzoekenden met BBL opleidingen, cursussen, trainingen en complete dagopleidingen. Deze opleidingen worden nu aangeboden omdat er veel vacatures open staan in bijvoorbeeld de techniek en ICT. In de toekomst komen in deze sectoren alleen maar meer vacatures open te staan in deze sectoren. Volgens de WEF moet ongeveer 35 procent van de werknemers minimaal voor zes maanden een extra training volgen en 9 procent moet tussen de zes en twaalf maanden terug naar school. Verder zou ongeveer 10 procent zelfs langer dan een jaar training nodig hebben om goed op de toekomst te zijn voorbereid.