In Nederland verdienen banken steeds meer geld aan het uitlenen van spaargeld. Dat werkt zo, banken ontvangen spaargeld van particulieren en bedrijven. Dit geld lenen de banken vervolgens uit aan mensen die een lening afsluiten bij de bank of ze stallen het bij de centrale bank van Europa oftewel de ECB. In al deze gevallen krijgen de banken meer geld dan ze aan spaarrente kwijt zijn. De spaarrentes worden in Nederland bijzonder laag gehouden. Spaarders krijgen in Nederland verhoudingsgewijs nauwelijks spaarrente. In het buitenland kun je veel meer spaarrente ontvangen dan de 1,25 tot 1,7 procent die banken op dit moment verstrekken op reguliere spaarrekeningen. Toch stappen heel weinig mensen over naar een buitenlandse spaarrekening. Dat heeft voor een deel te maken met het onbekende.
Banken rekenen naar zichzelf toe
Mensen blijven trouw aan hun huidige bank omdat ze het spannend vinden om naar een andere bank over te stappen en al helemaal als dat een buitenlandse bank is. Ondertussen hebben de banken een recordhoeveelheid winst geboekt op lenen en sparen in Nederland. Deze winst is de afgelopen vijftien jaar niet zo hoog geweest. Dat bleek uit cijfers die door De Nederlandse Bank bekend zijn gemaakt. Banken verhogen de rentes op leningen vrijwel direct als de rentes vanuit de ECB omhoog gaan of de rentes op de kapitaalmarkt stijgen. De spaarrentes worden echter nauwelijks verhoogd. Deze spaarrentes werden in het verleden echter wel heel snel verlaagd toen de rentes op de kapitaalmarkt daalden en de ECB rente ook daalde. Er waren zelfs banken die spaarders lieten betalen als ze spaargeld bij de bank hadden uitstaan op een spaarrekening. Nederlandse banken rekenen dus altijd naar zichzelf toe. Daar zal natuurlijk niemand van opkijken maar de afgelopen tijd zijn de verschillen tussen spaarrentes en rentes op leningen wel heel groot. Het wordt tijd dat banken wat meer om hun trouwe klanten gaan geven. Of Nederlandse spaarders moeten massaal besluiten om hun geld ergens anders onder te brengen.