Arbeidsparticipatie mannen tussen de 25 en 45 jaar neemt af tussen 2009 en 2019

De afgelopen tien jaar is het aantal Nederlandse mannen tussen de 25 en 45 jaar dat niet actief is op de arbeidsmarkt toegenomen. Dit bericht werd bekend gemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het statistiekbureau geeft aan dat ze heeft onderzocht hoeveel mannen sinds 2009 hebben aangegeven dat ze niet kunnen of niet willen werken. Dit zijn niet per definitie werklozen. De mannen die namelijk niet wil werken en niet op zoek is naar werk wordt niet beschouwd als werkloos omdat ze niet naar een baan zoeken en niet beschikbaar zijn voor werk.

Volgens het CBS was de hiervoor genoemde groep in het eerste kwartaal ongeveer 4,6 procent van het totaal. Aan het begin van 2019 is deze groep opgelopen tot 8 procent. Dat komt overeen met een aantal van ongeveer 100.000 mannen. Volgens het CBS is de meest gehoorde reden dat deze mannen niet willen werken verbonden aan de medische situatie. Bij 2,9 procent van de mannen zou ziekte of arbeidsongeschiktheid er voor zorgen dat ze niet aan het werk kunnen. Ook opleidingen en studie worden genoemd als belangrijke reden waarom sommige mannen niet willen werken. De afname in de arbeidsparticipatie van mannen in de leeftijd van 25 jaar tot 45 jaar is al langer gaande volgens het CBS. Vooral de laatste jaren is de afname in de arbeidsparticipatie onder jonge mannen merkbaar. In de jaren zeventig lag het percentage van niet actieve mannen op de arbeidsmarkt nog tussen 1 en 3 procent.