Het aantal arbeidsmigranten uit zogenaamde MOE-landen neemt toe in Nederland. MOE-landen zijn Midden- en Oost-Europese landen waar de lonen voor arbeid meestal lager liggen dan de lonen die worden betaald voor arbeid in Nederland. Daarom is het voor veel mensen uit de arbeidspopulatie van die landen aantrekkelijk om naar Nederland te migreren voor arbeid, dit is arbeidsmigratie. Het aantal Poolse arbeidsmigranten is in Nederland al geruime tijd behoorlijk hoog ten opzichte van andere arbeidsmigranten. Het aantal arbeidsmigranten uit Bulgarije en Roemenië neemt echter toe.
Arbeidsmigranten uit Roemenië en Bulgarije
Het CBS heeft vrijdag 3 februari 2017 gegevens gepubliceerd over de arbeidsmigratie in Nederland. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is het aantal arbeiders die afkomstig zijn uit Bulgarije gestegen van 3.000 in 2013 naar 8.000 in 2015. Ook het aantal Roemenen dat in Nederland werkzaam is steeg van 6.000 naar 13.000. De toename van het aantal Roemenen en Bulgaren dat in Nederland werkzaam is kan worden toegeschreven aan de verandering in de wetgeving.
Sinds 1 januari 2014 is het namelijk ook voor deze MOE-arbeidsmigranten mogelijk om in Nederland te werken zonder werkvergunning. In 2014 nam het aantal Roemeense werknemers in Nederland al aanzienlijk toe van 4.000 personen tot 10.000. Het aantal Bulgaarse werknemers nam ook toe en verdubbelde van 3.000 naar ruim 6.000. In deze aantallen zijn ook de seizoenarbeiders meegenomen die in Nederland werken.
Arbeidsmigranten uit Polen
Ook Polen behoort tot de eerdergenoemde MOE-landen. Veruit de meeste arbeidsmigranten die in Nederland werken komen nog altijd uit Polen. In Nederland zijn er inmiddels 156.000 Poolse werknemers werkzaam. Momenteel wonen in Nederland ongeveer 205.000 Polen, Hiervan heeft ongeveer 80 procent een baan als werknemer of is aan het werk zal zelfstandige.