Amerikaanse commissie VS: Philips heeft extra hoge prijzen gevraagd voor haar medische machines tijden coronacrisis 2020

Een Amerikaanse parlementaire commissie heeft het technologiebedrijf Philips er van beschuldigd dat ze te hoge prijzen heeft gevraagd voor apparatuur tijdens de coronacrisis. Philips heeft verschillende soorten apparatuur ontwikkelt en geproduceerd die konden worden gebruikt in het bestrijden van de coronacrisis. De vraag naar met name beademingsapparatuur was aanzienlijk toegenomen in 2020. Philips produceert deze machines in Amerika en levert haar machines aan afnemers wereldwijd. De Verenigde Staten beschuldigen Philips er echter van te hoge prijzen te vragen voor apparatuur die wordt gebruikt om patiënten die leiden aan COVID-19 te helpen.

Een Amerikaanse commissie heeft hierover een rapport aangeleverd bij Philips afgelopen vrijdag. Philips geeft echter aan dat ze zich niet in het beeld van de commissie uit Amerika kan herkennen. Het technologiebedrijf had in 2014 al een contract gesloten voor de levering van tienduizend exemplaren beademingsapparatuur aan ziekenhuizen. De ziekenhuizen zouden de beademingsapparaten op voorraad willen hebben in het geval er een pandemie zou uitbreken. Volgens de commissie van het Huis van Afgevaardigden heeft Philips die beademingsapparatuur nooit geleverd. In plaats daarvan zou Philips een vergelijkbaar product hebben geleverd tegen veel hogere prijzen. Dit gebeurde echter na de uitbraak van de COVID-19-pandemie.

Philips geeft in een reactie aan dat in het contract uit 2014 afspraken zijn gemaakt over een goedkopere en eenvoudigere variant van de beademingsapparatuur. Deze apparatuur zal alsnog worden geleverd. Het lijkt er op dat Philips de levering van de andere apparatuur niet onder het contract schaart terwijl de Amerikaanse Commissie dat wel doet.