Amerikaanse beurzen draaien slecht in eerste helft juni 2022

De beurzen van Amerika hebben een zeer slechte week achter de rug. Sinds maart 2020 hebben de beurzen van Amerika niet zulke slechte cijfers getoond. Zo eindigde de S&P 500-index afgelopen vrijdag 5,8 procent lager dan dezelfde dag een week geleden. Dat maakt deze week het grootste weekverlies dat op de beurs van New York heeft plaatsgevonden sinds de start van de coronacrisis. De slechte ontwikkelingen op de beurzen zijn onder andere het gevolg van de aanzienlijke renteverhoging van de Amerikaanse Federal Reserve. Deze renteverhoging is afgelopen woensdag doorgevoerd. De verhoging van de rente door de Fed heeft een direct effect onder beleggers. Deze zijn terughoudender geworden. Er is steeds meer angst dat er een krimp zal plaatsvinden in de economie. De centrale bank van Amerika heeft deze angst verder gevoed door te bewerken dat een hogere inflatie bedwongen moet worden ook als hierdoor een risico ontstaat op een recessie en een hogere werkloosheid.

Hoe hoger de rente is hoe lastiger het wordt voor beleggers om geld te investeren in risicovolle beleggingen. Hierbij kun je denken aan aandelen. De inflatie in Amerika moet weer terug komen naar twee procent. Dat heeft Federal Reserve-voorzitter Jerome Powell afgelopen vrijdag onderstreept. De effecten van deze besluitvorming lieten niet lang op zich wachten. Zo eindigde de Dow-Jonesindex met 0,1 procent in de min. Deze kwam daardoor uit op 29.888,78 punten. Deze toonaangevende index zakte afgelopen donderdag al voor het eerst sinds januari 2021 onder de 30.000 punten. De vrijdag leverde voor de S&P 500 nog een klein plusje op van 0,2 procent en kwam daardoor uit op 3674,84 punten. De techgraadmeter Nasdaq kreeg er 1,4 procent bij en eindigde op 10.798,35 punten. Dit gebeurde echter na een enorme daling van 4 procent een dag eerder. Het is duidelijk dat de financiële wereld niet gerust is onder de huidige ontwikkelingen die plaatsvinden in de economie en de wereldhandel die daarmee gepaard gaat.