Het aanbod aan nieuwbouwwoningen zal de komende jaren niet of nauwelijks toenemen. Dat is de inschatting van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Volgens deze organisatie is er wel veel vraag naar nieuwe woningen in Nederland. Desondanks zal het aanbod aan nieuwe woningen nauwelijks worden vergroot. Het grote probleem is de regeldruk in de bouw. Veel bouwbedrijven merken dat er nauwelijks bouwvergunningen worden verstrekt. De stikstofcrisis en de PFAS problemen zijn hiervan onder andere een oorzaak. Door de strenge richtlijnen vanuit de overheid duurt het langer voordat er een bouwvergunning wordt verstrekt.
Als er al een bouwvergunning in behandeling wordt genomen duurt het vaak lang voordat er een daadwerkelijk akkoord volgt. Bouwbedrijven lopen hierdoor vertraging op. Dat is niet goed voor de bouwsector maar ook niet voor de woningmarkt. De komende jaren zal het aantal nieuwbouwwoningen nog niet of nauwelijks een verschil maken op de woningmarkt. Pas tegen het einde van 2024 zal het woningaanbod op jaarbasis groeien met ongeveer 70.000. Dan zouden vraag en aanbod op de woningmarkt in balans kunnen komen. De woningmarkt is de komende tijd nog zeker niet gezond.
Het tekort aan beschikbare koopwoningen zorgt er voor dat de woningmarkt overspannen is. De woningprijzen zijn omhoog geschoten door het tekort. De lage hypotheekrente zorgt er bovendien ook voor dat de woningzoekers meer konden bieden voor koopwoningen. Zo is de prijs verder opgelopen. Woningzoekers met een modaal inkomen hebben het tegenwoordig zelfs moeilijk op de woningmarkt. Het aantal verkochte woningen neemt nauwelijks toe maar de woningprijzen blijven stijgen.