Wat is vakjargon?

Vakjargon is taalgebruik binnen een bepaalde beroepsgroep of vakgebied en is dusdanig specifiek op het beroep of de branche gericht dat buitenstaanders de woorden of uitdrukkingen binnen dit jargon moeilijk kunnen begrijpen. In plaats van vakjargon heeft men het ook wel over vaktaal. Veel vaker gebruikt men het woord jargon. Binnen de techniek wordt ook veel gebruik gemaakt van vakjargon maar er zijn ook andere branches en groepen waar vakjargon wordt gebruikt.

Verschil tussen jargon en vakjargon
Vakjargon is meer gericht op een specifieke groep dan jargon. Het woord jargon wordt meer gebruikt als groepstaal. Jargon is daardoor niet specifiek gericht op een bepaalde beroepsgroep of branche maar meer gericht op andere groepen. Zo kunnen jongeren een bepaald jargon hebben dit jargon kan te maken hebben met een bepaalde generatie of doelgroep. Ook ouderen of zelfs familieleden kunnen een bepaald jargon onderling gebruiken. Vakjargon is echter wel gekoppeld aan een specifieke beroepsgroep. Daardoor kan vakjargon verschillen. De ene beroepsgroep kan het vakjargon van de andere beroepsgroep niet altijd begrijpen en anders om ook niet.

Technisch vakjargon
Vakjargon hoeft niet altijd technisch te zijn maar in de techniek wordt wel veel vakjargon gebruikt. Elektromonteurs en installatiemonteurs maken bijvoorbeeld gebruik van vakjargon. Een installatiemonteur kan bijvoorbeeld spreken over een dikwandige en dunwandige installaties. Ook gebruikt men in de techniek regelmatig het woord fitter. Dit is in de installatietechniek iemand die installatiebuizen aan elkaar bevestigd door gebruik te maken van koppelingen.

In de werktuigbouwkunde gebruikt men het woord fitter ook wel als men het heeft over een samensteller van leidingconstructies van bijvoorbeeld watervoorziening of verwarming. De fitter in de installatietechniek heeft echter lang niet altijd dezelfde vaardigheden als een fitter in de werktuigbouwkunde die leidingen voor zuivelinstallaties aanlegt. In de laswereld heeft men het ook wel over wikken of in het Engels walking the cup. Dit is voor veel lassers zelfs vakjargon dat ze niet begrijpen. Wikken wordt namelijk gedaan bij dikwijls dunwandig rvs leidingwerk voor de zuivel. Het wikken is dan een speciale slag die de lasser maakt met zijn lastoorts over het smeltbad waardoor een hele mooie doorlas en gladde afwerking ontstaat. Ook het woord smeltbad zou je vakjargon kunnen noemen.

Dit zijn echter een paar voorbeelden van vakjargon in de techniek. Er is echter nog veel meer technisch vakjargon. Als men kijkt naar de bouwwereld dan heeft men ook te maken met enorm veel vakjargon. Timmermannen gebruiken weer andere vakjargon als metselaars of stukadoors. Vaak leren aankomende vakkrachten op hun opleiding al de basis van het vakjargon van de beroepsgroep waarin ze open te kunnen werken. In de praktijk of tijdens stages en BBL-trajecten wordt het vakjargon van veel leerlingen uitgebreider.

Waarom wordt vakjargon gebruikt?
Vakjargon is een nuttig middel voor werknemers in een bepaalde beroepsgroep om duidelijk te maken waar ze het over hebben. Meestal gaat het daarbij om materialen, producten en gereedschappen die juist binnen die beroepsgroep of binnen dat vakgebied worden gehanteerd. Veel vakjargon is afgeleid van materialen of systemen dat zorgt er voor dat woorden uniek worden. Omdat andere mensen de materialen, systemen of werktuigen niet kennen of niet gebruiken is het logisch dat ze het bijbehorende vakjargon niet begrijpen. Voor mensen die het wel begrijpen kan vakjargon een eenvoudige manier van uitdrukken zijn die veel tijd bespaard om iets uit te leggen. Vakjargon leert men over het algemeen vrij snel aan als men eenmaal in een bepaalde beroepsgroep werkt.