Verschil tussen serieschakelingen en parallelschakelingen

In de elektrotechniek kom je verschillende soorten elektrische schakelingen tegen. Veelvoorkomende schakelingen zijn serieschakelingen en parallelschakelingen.

Wat zijn serieschakelingen?

Een serieschakeling bestaat uit 1 stroomkring. Dat betekent dat alles wat op deze stroomkring is aangesloten in serie oftewel achter elkaar is geschakeld. Serieschakelingen worden bijvoorbeeld gebruikt bij inbouwspots.

  • De elektriciteit loopt dan door een stroomdraad naar de positieve kant van de eerste spot. In de spot wordt de elektriciteit gebruikt voor de productie van licht.
  • Via de negatieve kant loopt de stroom vervolgens door naar de positieve kant van de volgende spot. Die spot geeft vervolgens ook licht en zo loopt de stroom verder naar alle spots.
  • De stroomkring is hierbij geheel gesloten. Als er een spotje kapot is zal de stroomkring verbroken worden en loopt de elektriciteit niet verder. In het verleden betekende dit dat de spots allemaal uitvallen. Tegenwoordig hebben veel LED-spots een ingebouwde brug. Die zorgt er voor dat de elektriciteit doorstroomt naar de volgende spot wanneer er een spot stuk is gegaan.

Je kunt een serieschakeling een beetje vergelijken met de ouderwetse snoerverlichting van een kerstboom. Wanneer 1 of meerdere lampjes het niet deden functioneerde het hele verlichtingssnoer niet. Mensen die deze ouder verlichting hebben geplaatst herkennen vaak wel de frustratie om het hele lichtsnoer na te lopen om te kijken welk lampje los zat of kapot was. Tegenwoordig heb je ledverlichtingsnoeren die lang mee gaan.

Wat zijn parallelschakelingen?

Bij een parallelschakeling wordt gebruikt gemaakt van een elektrisch circuit waarin alle elektronische componenten parallel aan elkaar worden geschakeld.

  • Dat betekent dat alle elektrische componenten (bijvoorbeeld spots) rechtstreeks met de spanningsbron zijn verbonden maar ook rechtstreeks via de nul stroom afvoeren.
  • De spanning wordt in de parallelschakeling over ieder deelcomponent apart verdeeld.
  • De spanning in een parallelschakeling is gelijk aan de netspanning en is voor alle componenten gelijk. Dat komt omdat er meerdere stroomkringen worden aangebracht.
  • Voor elk component wordt een aparte stroomkring gemaakt vanaf de spanning (plus). Als de stroom door het component loopt zal het component stroom verbruiken. Een spot kan dan bijvoorbeeld gaan branden. Vervolgens zal de stroom via de minzijde terug lopen over de nul.

Parallelschakelingen verschillen met serieschakelingen. Bij serieschakelingen loopt de stroom altijd door de verschillende componenten heen naar het volgende component (tenzij er in het component een brug is geplaatst). Bij parallelschakelingen zullen de overige spots het gewoon doen wanneer er een spot is uitgevallen. Dat komt omdat er bij parallelschakelingen voor alle componenten aparte stroomkringen worden gemaakt.